Resultaten
Omdat bij de MD ten tijde van de proef voornamelijk met de onafhankelijke
modellen-methode werd gewerkt, werden de gemaakte foto's als modellen
uitgemeten, en verwerkt met het FOTEF-pakket. In Stuttgart zouden de foto's
tegelijkertijd met behulp van de stralenbundelmethode worden verwerkt. De
uitwerking met onafhankelijke modellen is uitgebreid beschreven in (Witmer
1988).
Aan de slag met modellen
Voor het eerste doel van de proef, de bepaling van de met GPS behaal-de
precisie, werd het blok op een traditionele manier vereffend. Vergelijking
tussen de fotogrammetrisch bepaalde projectiecentra, en de GPS-waarnemin-
gen (na correctie voor de excentriciteit van de antenne) leverde per strook
gemiddelde verschillen op tussen 8 en 28 cm met standaardafwijkingen tussen
11 en 26 cm (X/Y). De Z-coördinaat was duidelijk slechter bepaald: verschil
len tussen 41 en 96 cm, met standaard afwijking van 6-22 cm (tabel 1).
Strook 2 werd niet bij de vergelijking betrokken, omdat daarin een cycle-slip
was opgetreden. Hoewel de verschillen een duidelijke systematiek vertonen
(offset en drift), maakt dit precisieniveau het mogelijk, om ook bij fotogram-
metrie op schaal 1:4000 tot een reductie van het aantal paspunten te komen.
Voor het tweede deel van de proef, het onderzoeken van de mogelijke
paspuntreductie, moesten de GPS-waarnemingen worden ingevoerd in het
onafhankelijke modellen-programma FOTEF.
Om de uit de eerste resultaten gebleken offset en drift in de GPS-waarnemin
gen te modelleren, werden enkele berekeningen uitgevoerd met de GPS-
266
Xgem
a(X)
Y(gem)
a(y)
Z(gem)
a Z
strook 3
-0.285
0.199
0.184
0.245
0.639
0.064
strook 4
0.143
0.111
-0.247
0.136
0.516
0.115
strook 5
-0.088
0.208
-0.026
0.263
0.419
0.115
strook 6
0.193
0.203
-0.006
0.133
0.966
0.061
strook
3 t/m 6
-0.004
0.263
-0.027
0.254
0.625
0.221
Tabel 1: Verschillen GPS-posities Projectiecentra Onafhankelijke Modellen (uit Witmer 1988)