gravitatieveld, kan uit waarnemingen aan de satellietbaan het gravitatie-
veld afgeleid worden. Het blijkt echter dat alleen bepaalde lineaire
combinaties van frequenties bepaald kunnen worden. Daarnaast zijn er
voor een goede oplossing veel verschillende satellietbanen nodig en is het
rekenwerk moeilijk en tijdrovend. Met laser waarnemingen kan welis
waar heel nauwkeurig gemeten worden maar het is alleen mogelijk
langperiodieke variaties van het gravitatieveld goed te bepalen.
Satellietaltimetrie.
Hiermee is het mogelijk geoide gegevens te verkrijgen met een vrij hoge
resolutie, echter alleen in oceaangebieden tussen bepaalde breedtes.
Een gradiometer missie heeft als voordelen dat globaal (dus zowel boven land
als boven zee) nauwkeurige gravitatiegegevens te verkrijgen zijn. Met name
als gevolg van de lage baan (200 km) kunnen ook hoge frequenties bepaald
worden (dus een hoge resolutie). De lage baan brengt echter ook meteen
problemen met zich mee, doordat de invloed van met name drag (wrijving
door de atmosfeer) groot is. Daarnaast worden zeer hoge eisen gesteld aan de
techniek om een nauwkeurig meetinstrument (gradiometer) te vervaardigen.
Gravitatiepotentiaal
We kunnen de gravitatiepotentiaal in een reeks van bolfuncties ontwikkelen:
V{P) ^sinmx lï^Csincp,)
waarin:
GMgravitatieconstante maal massa van de aarde
r»> 9»' bolcoördinaten van P
Rgemiddelde aardstraal
C^, SJW|: genormaliseerde potentiaalcoëfficiënten
Pnm: genormaliseerde Legendre functies
n, m: graad en orde
Het bepalen van een model van het gravitatieveld van de aarde betekent in de
288
K n-0 m-o Xrp' 1 j
pi pi p