S-K -W ax,. (7) oftewel de versnelling a is de gradient van de gravitatiepotentiaal V. grootheid da/dxin (6) is dan weer de gradient van a, dus: De da ik; #V v dxdX; (8) oftewel de tweede afgeleide van de gravitatiepotentiaal. Door het versnellings- verschil da(P2) - da(Px) in (6) te meten bepalen we dus de gradient van de gravitatiekracht. Hier komt de naam gradiometrie vandaan. Laten we de aanduidingen (PVP2) weg dan verkrijgen we uit (6), (7) en (8) de basisfor mule van de gradiometrie: da, Vv(0)dx. (9) De grootheid V.. wordt de gravitatietensor of Marussi-tensor genoemd en we kunnen deze weergeven door de matrix: va V V VVV yV V V waarin de coördinaten (x,y,z) betrekking hebben op het lokale coördinaat stelsel (dus het stelsel in de satelliet dat we meestal kiezen met de oorsprong in het massamiddelpunt van de satelliet). Het gravitatieveld van de aarde is een conservatief veld. Dit wil zeggen dat de verrichte arbeid om van een punt A naar een punt B in het veld te komen onafhankelijk is van de gevolgde weg. Uit de natuurkunde weten we dat voor een conservatief veld geldt V x a 0 oftewel V x W 0. Deze eigenschap heeft tot gevolg dat voor de Marussi-tensor geldt V.. V.. dus de Marussi-tensor is symmetrisch. Van de 9 componenten van V{. blijven er dus nog maar 6 onafhankelijke over. Uit de fysische geodesie weten we verder dat voor het gravitatieveld (buiten alle massa's) de Laplace voorwaarde geldt, die weergegeven kan worden door A V 0 of V2F 0. Uitwerking hiervan levert V^ V^ 0, dus uitein- 291 xx xy xz yx yy yz zx zy 7zJ

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 314