In de eerste maanden van het ruimtevaarttijdperk waren nog geen rekenmo
dellen voor de analyse van satellietbeweging beschikbaar. Door een aanpassing
van de kosmische modellen van de planeetbeweging kon echter vrij snel
begonnen worden met wat wij heden dynamische satellietgeodesie noemen [9],
[10]. In tien jaar tijd kwamen - vooral bij het Smithonian Astrophysical
Observatory - theorie, metingen en de eerste mondiale modellen van het
aardse gravitatieveld tot stand. Geodeten, fysici, geofysici, oceanografen en
ingenieurs formuleerden samen in 1968 in Williamstown [11] een uiterst
ambitieus geodetisch ruimteprogramma, dat inmiddels in grote lijnen gereali
seerd is. De ruimtegeodesie heeft de experimentele fase verlaten. In de
toekomst zal men op grote schaal in de dagelijkse praktijk van deze ontwikke
lingen kunnen profiteren.
Laten wij naar de computerontwikkeling kijken. Pas met de opkomst van
krachtige rekenmachines werden omvangrijke berekeningen mogelijk, en
geodesie is, zoals wij weten, veel rekenwerk. Misschien werd de mathemati
sche geodesie het meest door deze ontwikkeling beïnvloed, ten eerste door de
mogelijkheid grote stelsels vergelijkingen op te kunnen lossen, ten tweede
omdat pas daardoor het gebruik van een geavanceerd stochastisch model
acceptabel werd. De correlaties tussen metingen konden meegenomen
worden, uitvoerige statistische toetsing evenzo. Ook over optimalisatie begon
men na te denken. De theorie had zich al eerder met deze dingen bezig
gehouden. Ook hier is een faseverschuiving herkenbaar tussen theorievorming
en toepassing, overigens net zo als bijvoorbeeld in de fotogrammetrie of
fysische geodesie.
Het gebruik van elektromagnetische golven veranderde de geodetische
meettechniek ingrijpend. VLBI, terrestrische en satellietafstandsmeters met
lasers, radar of microgolven op steeds hogere frequenties hebben de toepas
sing van de traditionele geodetische meettechnieken teruggedrongen tot
kleinschalig landmeetkundig werk. Relatieve precisies van 10" van de geme
ten afstand zijn bereikbaar. Daarnaast werden ook heel andere geodetische
meetsystemen hierdoor fundamenteel beïnvloed. Zo was bijvoorbeeld interfer-
ometrie cruciaal voor de doorbraak van de vrije valproef voor de zeer precieze
meting van Hg", of werden met masers de meest nauwkeurige tijdsnormalen
gebouwd. Net zo duidelijk is de trend naar miniaturisering, digitalisering,
groot bedieningsgemak, automatische registratie, voorbewerking en overdracht
van meetgegevens. Vele van deze elementen werden reeds in 1969 in een
voordracht van prof. de Munck geschetst [12] (zie ook [Gigas, 13]). Trouwens
het afscheid van het twee-dimensionele denken viel niet mee. Er vonden bijna
historisch te noemen confrontaties tussen de traditionele (2-D) en revolutio
naire (3-D) denkers plaats, (zie ook de bijdrage van G. Bakker).
8