einde te kunnen brengen. Bij het onderzoek naar stedelijke herverkaveling dat nu op de faculteit wordt verricht staat de praktische toepasbaarheid van de methode centraal. Er is voor gekozen om dit onderzoek in een internationaal kader te plaatsen. Directe aanleiding is daarbij gelegen in het feit dat er in een aantal landen al wettelijke regelingen van vormen van stadsvernieuwing bestaan die op stedelijke herverka veling lijken. In deze bijdrage zullen deze wettelijke regelingen centraal staan. Voorafgaand aan een globale bespreking zal op de plannen voor een wettelijke regeling in Nederland worden ingegaan. Deze bijdrage wordt afgesloten met een aantal voorzichtige conclusies en een beschrijving van de contouren voor verder onderzoek. Geschiedenis wettelijke regeling De discussie over een wettelijke regeling van stedelijke herverkaveling is in Nederland terug te voeren tot de jaren '40. In het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde houdt Jonas een pleidooi voor een vorm van stedelijke ruilverka veling1. Aanleiding is de wederopbouw van het door het bombardement verwoeste centrum van Rotterdam. Hij signaleert dat in het verleden ook in andere plaatsen door grote rampen soortgelijke situaties en problemen van wederopbouw zijn ontstaan als nu in de gemeente Rotterdam. In Tokyo (Japan) heeft de aardbeving van 1923 grote delen van de stad verwoest. De wederop bouw heeft daar plaatsgevonden op grond van een wettelijke regeling van "Urban land readjustment" die sinds 1919 bestond. Ondanks een groot aantal gebreken in de wettelijke regeling is de wederopbouw daar een succes geworden. Jonas pleit er daarom voor dat bij de wederopbouw van Rotterdam niet slechts onteigend wordt tegen een geldbedrag, maar: "...dat de schadeloosstelling zoveel mogelijk zal worden gegeven in grond van dezelfde kwaliteiten (ligging omvang), onder aftrek van een evenredig deel voor openbare doeleinden, tenzij men niet weer terplaatse wil gaan bouwen maar elders en dus gelduitkeering wenscht. Begin 1941 herhaalt Jonas zijn pleidooi in hetzelfde tijdschrift Hij kan daarbij constateren dat de ideeën inmiddels ook leven bij de regeringscommissaris voor de wederopbouw, dr.ir. JA. Ringers. Voor de wederopbouw wordt, reeds tijdens de oorlog, gekozen voor een aanpak gebaseerd op onteigening, waarbij de schadeloosstelling van de (onteigende) grond niet wordt uitgekeerd in geld, maar resulteert in een inschrijving in een grootboek. Op grond van die inschrijving kan een verzoek tot herbouw worden ingediend3. 298

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 321