Laten wij nu kijken hoe de toekomst er uit zal zien. Gaat het in net zulke grote stappen verder, of is nu reeds eindelijk alles opgelost en kunnen wij naar huis? Het is moeilijk te zeggen; er zijn twee lijnen herkenbaar, één naar steeds grotere nauwkeurigheden, voornamelijk gericht op wetenschappelijke doelstellingen en een tweede, die streeft naar het snelle, liefst automatisch vergaren van geodetische informatie, echter met veel beperktere precisie- eisen. Ik verwacht voor de wetenschappelijke geodesie voor het komende decennium geen "quantum leap". De modellen moeten echter nog aan de huidige moge lijkheden aangepast worden vooral wat hun consistentie betreft, en daarna zal men zich dienen te richten op de uitbreiding in richting van 10~10. Bij de drie ruimtelijke dimensies komt de vierde, de tijd. Waarschijnlijk ligt ergens tussen 10"8 en 10"10 de grens waar het nog zinvol en haalbaar is in onze fysische omgeving iets te willen meten. Er wordt gepoogd de vast aarde met zijn ijsmassa's, oceanen en atmosfeer steeds meer als één systeem te begrijpen (afbeelding 4). Gezien de grote nauwkeurigheden, die nu in de geodesie haalbaar worden, ligt hier een grote kans, enerzijds een ankerpositie in te nemen door het nauwkeu rig vastleggen van referentiepunten en zwaartekrachtveld, anderzijds door de mogelijkheid ook snel veranderlijke processen precies te kunnen meten en 9 >Biosphem Tschnosptjeri Adjustment to weight of ice/ ilce-oceon \coupling Chongesof vegetation albedo, atmospheric composition, etc. Ocean Moon Solor rodiation Rotational and orbital perturbations Changes in distribution of insolation Nt °i .H*° «C0Ï »°b »#,c <j Evaporation j Changes of lond features mounloins,volcanoesetc Space Chonges of ocean basin shope, salinity Afbeelding 4: Systeem Aarde, uit: Robert S. Kendel: Earth and Cosmos, Pergamon Press, Oxford, 1980.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 32