rijen in Nederland en België. U begrijpt het al: dit is de moeder van CASSPAR, en inmiddels ook van FRANK dus. Ze wonen nu tijdelijk in Delft. Bij de opvoeding van deze twee wordt namelijk nauw samengewerkt met de Faculteit der Geodesie waar het team ook is gehuisvest. De samenwerking verloopt via contract-research en wel zodanig dat de output van de FRANK R&D groep ook als output van de Faculteit geldt. Participatie van studenten en in een later stadium ook van AIO's wordt zeer bewust nagestreefd. In het volgende zal ik nader ingaan op de achtergronden, de kenmerken van het CASSPAR concept respectievelijk het FRANK systeem en de te volgen meetwijze, het daaraan gekoppelde onderzoek en de in voorbereiding zijnde experimenten met belangrijke partners in de beroepspraktijk. Achtergrond aspecten Het kan ook u, geachte lezer, niet zijn ontgaan dat in de laatste jaren een duidelijke toename is te bespeuren naar de behoefte aan vastgoedinformatie in stedelijke gebieden. Deze informatie is nodig voor de volkshuisvesting, het bouwbeleid, stadsvernieuwingsprojecten, kaartvervaardiging van ondergrondse objecten zoals kabels en leidingen, gemeentelijke onroerend-goed belasting, ruimtelijk beheer (wegbeheer, groenbeheer), aanleg van grote civieltechnische werken (wegen, metro), enzovoort. Op deze toenemende vraag wordt ingespeeld door toenemende automatisering, waardoor betere gegevensbanken kunnen worden opgebouwd en de informatie zeer snel kan worden verstrekt. Een belangrijk element van de vastgoedinformatie is de topografische informatie, dat wil zeggen de (grafische) beschrijving van het terrein met alle natuurlijke en kunstmatige objecten die hierin voorkomen. Het verzamelen van die gedetailleerde topografische gegevens door de landmeter en zijn medewerkers geschiedt al heel lang volgens in essentie dezelfde methoden; daarbij moet op ieder punt dat op een kaart wordt afgebeeld de landmeter of een meetassistent hebben gestaan, met een baak, een prisma, een reflector, of met een opname instrument. Bovendien moeten de opname stand plaatsen van het meetinstrumentarium vooraf in coördinaten bekend zijn. Dat betekent dat na de nodige voorbereiding een vrij omvangrijke veelhoeksmeting moet worden uitgevoerd die een complexe organisatie vergt. Steeds moeten bij een bepaalde meting prisma's worden geplaatst op het voorgaande en het volgende veelhoekspunt. Vooral bij drukke verkeerssituaties is dit een lastige bijkomstigheid van de detailmeting. 334

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 357