Het probleem is dan de bepaling in coördinaten van de basispunten. Dit kan echter worden opgelost door de methode van de achterwaartse insnijding toe te passen, leidend tot wat ook wel wordt genoemd een Snelliuspunt. Het principe is dat vanuit een onbekend punt door meten van richtingen en berekenen van hoeken naar andere (bekende) punten het onbekende punt meetkundig kan worden bepaald, zie onderstaande figuur. Ook hier worden de waarnemingen gevormd door de waargenomen oftewel gemeten richtingen naar die punten, waarvan er minstens drie beschikbaar moeten zijn. De meetmethode van het CASSPAR-concept bestaat nu uit gelijktijdige toepassing van zowel voorwaartse als achterwaartse insnijding, zie onderstaande figuur. X 337 A A Basispunt, vóóraf ir coördinaten bekend O detailpunt in coördinaten te bepalen Figuur 2: achterwaartse insnijding A basispunt, vóóraf in coördinaten bekend tnangulatiepunt (evt. detailpunt), via hetwelk coordmaatoverdracht plaatsvindt van opname tot opname yO detailpunt in coördinaten te bepalen standplaats opname instrument, hoeft vóóraf niet bekend te 7.,n en wordt alleen tijdens het rekenproces bepaald Figuur 3. gelijktijdige voorwaartse en achterwaartse insnijding

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 360