Na lineariseren volgt dan: Voor elk pixel wordt deze vergelijking opgesteld. De onbekende verschuivingen Ax, Ay kunnen nu met de kleinste kwadraten methode worden bepaald. Hierbij wordt de kwadraatsom van de grijswaardeverschillen geminimaliseerd. Door uitbreiding van vergelijking (3) kunnen ook parameters voor rotatie, contrast of helderheid worden bepaald. De nauwkeurigheid van deze kleinste kwadraten matching ligt (voor contrastrijke signalen) bij ongeveer 1/30 pixel. In het eerste beeld van figuur 3 staan een aantal signalen van 100 x 100 pm groot, die met een pixelgrootte van 2x3 pm zijn gedigitaliseerd. Het masker hiervoor is gegenereerd. Het andere voorbeeld is een samenloop van rivieren, opgenomen vanuit een satelliet. Het masker is hier een oudere opname van dezelfde samenloop, die al een keer was gemeten. Door het matching worden de coördinaten overgedragen op de nieuwe opname. SPOT IMAGE gebruikt deze techniek voor het meten van hun paspunten in de SPOT satellietbeelden. 2-Dimensionale objecten met onbekende positie en ongeveer bekende oriëntatie - Meten van topografische paspunten In het kader van de orthofotoproductie heeft het Landesvermessungsamt in Nordrhein-Westfalen een grote database met circa 20.000 topografische paspunten opgebouwd. Deze paspunten, hoofdzakelijk hoekpunten van huisdaken, worden gebruikt om de oriëntering van de luchtfoto's te bepalen. Behalve de X-, Y- en Z-coördinaten van de gevelspitsen, zijn ook de schetsen van de huisdaken opgeslagen. Met methoden uit de digitale beeldverwerking en de vereffeningsthe orie zal het interpretatie- en meetproces nu worden geautomatiseerd. Uitgaande van de schets (figuur 4a), wordt een 3-dimensionaal model afgeleid (figuur 4b), dat, met gebruik van de benaderde waarden van de oriëntatieparame- 367 Sbeeld(*O0 «masker(«O') |f (3) Figuur 3: Beelden en modellen voor signaalmeting

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 390