parameterruimte bij zes parameters veel te groot zou worden.
Figuur 5: Herkennen van eenvoudige modellen
Er zijn slechts enkele eigenschappen van het model, die onveranderd blijven door
een projectieve transformatie. Topologische relaties zijn zulke eigenschappen.
Bijvoorbeeld, wanneer een modellijn lm met punt pm is verbonden, dan zal de
afgebeelde lijn lb met het corresponderende punt zijn verbonden. Of, wanneer,
bij het doorlopen van lijn lm het vlak vm aan de linkerkant ligt, zal het afgebeelde
vlak vb ook links van de corresponderende lijn liggen, wanneer deze in de
zelfde richting wordt doorlopen.
Twee soorten herkenningsmethoden gebruiken zulke eigenschappen voor het
zoeken van de corresponderende elementen (punten, lijnen en vlakken). Dit zijn
de relaxatie labeling methode en het relational matching. Beide methoden
gebruiken een voorverwerkingsfase, waarin de onmogelijke combinaties van een
370
Grijswaardebeeld b. Eerste segmentatie
c. Doorgetrokken lijnen d. Geprojecteerd model