modelelement met een beeldelement worden geëlimineerd. Hier let men er onder andere op dat de corresponderende beeldlijn van een rechte modellijn ook recht moet zijn en dat de afbeelding van een modelpunt, dat met drie lijnen is verbonden, in het beeld niet meer dan drie lijnen kan hebben (minder kan wel, omdat sommige lijnen onzichtbaar zijn). Aan alle nog mogelijke combinaties worden "juistheidsH-waarschijnlijkheden toegekend. Doel van de relaxatie labeling methode is, met behulp van de topologische relaties, deze waarschijnlijkheden iteratief zo te veranderen, dat aan het einde van het proces een eenduidige labeling overblijft. Het relational matching gaat geheel anders te werk. Hier wordt aangenomen, dat de waarschijnlijkste combinatie van een model- en een beeldelement inderdaad juist is. Deze aanname heeft consequenties voor de andere combinaties. Wanneer gesteld wordt dat punt de afbeelding is van punt pm kunnen alleen de lijnen, die met zijn verbonden, de afbeeldingen zijn van de lijnen, die met pm zijn verbonden. Na deze deductie wordt de volgende waarschijnlijkste combinatie als juist aangenomen. Dit wordt herhaald totdat voor alle beeldelementen een modelelement is gevonden. Wanneer een aanname niet juist is, blijkt bij een van de latere deducties, dat er voor een bepaald beeldelement geen modelelement overblijft. In zo'n geval wordt deze aanname verworpen en worden de minder waarschijnlijke aannamen geprobeerd. Tenslotte wordt bij beide methoden een achterwaartse insnijding berekend uit de gevonden combinaties van beeld- en modelpunten en wordt voor de verificatie het model in het beeld geprojecteerd. De oplossing in figuur 5d is gevonden met het relational matching na het maken van ongeveer 900 aannamen. Nu de relatie tussen het beeld- en het modelcoördinaatsysteem bekend is, zou een robot het object kunnen grijpen. Herkennen met algemene modellen Bij het herkennen met algemene modellen zijn weliswaar kenmerken van de te zoeken objecten bekend, maar kan geen geometrische beschrijving worden gebruikt om, zoals in het vorige voorbeeld, het resultaat van de herkenning te controleren. Aan verschillende universiteiten worden algemene modellen en herkenningsmethoden voor interpretatiedoeleinden ontwikkeld. 2-Dimensionale algemene modellen - Fotointerpretatie Aan het Artificial Intelligence Center van het Stanford Research Institute is de tot nu toe volledigste theorie ontwikkeld. Deze wordt gebruikt om in gedigitali seerde luchtfoto's huizen, straten en bomen te herkennen. De definitie van hun algemene modellen bestaat uit vier onderdelen: (1) de definitie van kanten in 371

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 394