Daar de verwachte veranderingen in de coördinaten in de orde van grootte van enkele millimeters lagen, moesten meet- en vereffeningsmethoden zorgvuldig getest worden. Systematische fouten ofwel modelfouten moeten opgespoord of geëlimineerd worden, opdat de interpretatie van de uitgewerkte meetuitkom- sten niet tot foutieve hypothesen of modellen zal leiden. De betrouwbaarheid van de metingen is van het allergrootste belang. Het spreekt min of meer vanzelf, dat bestaande statistische toetsen, zoals data-snooping volgens Baarda of de tau- toets van Pope bij de analyse van de metingen gebruikt werden. Absolute zekerheid dat er geen fouten in de metingen meer aanwezig zijn, geven deze 'uitbijtertoetsen'-toetsen niet. Om deze reden wordt momenteel ervaring opgedaan met de zogenaamde robuuste toetsmethoden die minder gevoelig zijn betreffende de aanname van het stochastische- of functionele model. Ook hier geldt: geen absolute zekerheid, hiermee moet men altijd rekening houden. De ervaring die tot nu toe is opgedaan met de robuuste toetsmethoden is hoopgevend. Een maat voor de betrouwbaarheid mankeert echter nog. De metingen werden uitgevoerd met de mekometer ME3000 en een geomensor. Sinds anderhalf jaar worden de lengtegetallen gemeten met de mekometer ME5000. Ik schrijf hier lengtegetallen en geen lengten! Sinds enkele jaren worden lengteverhoudingen gemeten. De omschakeling van lengten op leng teverhoudingen was mogelijk nadat enige experimenten aangetoond hadden, dat de schaal toch niet zo constant was als velen gehoopt hadden. Immers de gemeten lengtegetallen moeten worden gecorrigeerd voor temperatuur, luchtdruk en vochtigheid. De schaal wordt mede door deze meteo-waarnemingen bepaald. Een onzekerheid betreffende de juistheid van deze reducties kan men elimineren door geen lengten maar lengteverhoudingen te meten. Het meetproces werd afgestemd op het meten van lengteverhoudingen. De bestaande software moest worden aangepast. Het meten van lengteverhoudingen kost weliswaar iets meer tijd, maar gezien het gestelde doel was dit te verantwoorden. Men moet bedenken, dat alle punten van de drie netten met zeer solide pijlers verzekerd waren en de dwangcentrering 100% was. De drie geodynamische netten in de Hohenzollern Graben konden door directe meting niet met elkaar verbonden worden. Er is nu een verbinding tot stand gebracht met GPS. Natuurlijk is de precisie van GPS niet vergelijkbaar met de precisie van de mekometermetingen, maar als de deformaties in de toekomst een orde van grootte bereiken, die met GPS meetbaar is, dan doen deze huidige GPS-metingen dienst als nulmeting. Bovendien zijn GPS-punten buiten het eigenlijke actieve seismische gebied extra gemeten. 390

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 413