Alle pijlers van de deformatienetten zijn door waterpassing of gelijktijdige trigonometrische hoogtemeting in hoogten vastgelegd. Een mogelijke hellingsver andering van alle pijlers wordt regelmatig met waterpassing onderzocht, teneinde te kunnen vaststellen of deze beweging mogelijk door andere oorzaken tot stand is gekomen, bijvoorbeeld een hellingsafschuiving. De zwaartekracht kan door een spanningsverandering in de lithosfeer ook veranderen. In het te onderzoeken gebied is dan ook een gravimeternet aangelegd, teneinde zwaartekrachtsveranderingen misschien in de toekomst te kunnen vaststellen. Zelfs de 'absolute' zwaartekracht werd in het onderzoeksge bied op drie stations gemeten en verbonden met het gravimeternet. Verwacht wordt, dat de veranderingen zo klein zijn, dat ze nu nog niet meetbaar zijn. Nu niet, maar als men lang genoeg kan wachten, kunnen deze zwaartekrachtmetin gen een bijdrage leveren voor geodynamisch onderzoek in de Hohenzollern. Resultaten? Kunnen de uitgevoerde metingen een bijdrage leveren bij de modelvorming van geodynamische processen in de lithosfeer? In principe zijn de coördinaatverschil- len, die door herhalingsmetingen zijn verkregen, de elementen die de geodeet ter beschikking staan. Een geofysicus of geoloog kan hiermee weinig beginnen. Daar er een verband bestaat tussen spanningsverandering en de vervorming van een object in ruime zin, is de geofysicus geïnteresseerd in de zogenaamde strain- tensor. Het is dan ook de opgave van de geodeet de elementen van deze straintensor te leveren. De geofysicus of geoloog kan hiermee dan de spannings- tensor(en) berekenen en daarmee een dieper inzicht in de geodynamische processen verkrijgen. Het doel van de analyse van de deformatiemetingen in de Hohenzollern was de berekening van de elementen van de straintensor. Doordat lengteverhoudingen gemeten waren, konden 'absolute' lengteveranderingen niet vastgesteld worden. Wel bijvoorbeeld een 'Scherung' (Duits) of schranking van een net en het verschil van relatieve lengteveranderingen in vastgelegde richtingen. Er werd een methode ontwikkeld, die het mogelijk maakte de elementen van de straintensor te berekenen voor willekeurige 'finite' elementen van het net. Deze finite elementen kunnen bijvoorbeeld driehoeken, vierhoeken of veelhoeken zijn. De berekende elementen worden getoetst of ze significant zijn en daarna grafisch afgebeeld. Met deze methode zijn de drie geodynamische netten geanalyseerd, nadat mogelijk modelfouten opgespoord of geëlimineerd zijn. Het resultaat van de uitgevoerde analyses was een beetje teleurstellend. Aan de 391

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 414