U vraagt om een anekdote? Laat ik u eerst vertellen dat in de drieëndertig jaar waarin ik met veel genoegen bij Geodesie werkzaam was, de hele faculteit vaak een anekdotische indruk op mij maakte, ondanks de serieuze en belangrijke dingen die er gebeurden. En ik was in dat opzicht niet de enige, want menigmaal heb ik studenten, die mij onthutst over hun hilarische ervaringen kwamen vertellen, gerustgesteld met de woorden: "Ach, als ze de hele geodesiegemeenschap in Carré op het toneel zetten en daar zijn gang laten gaan, zijn de voorstellingen van dat blijspel wekenlang uitverkocht!". Ik hoefde dan ook niet zolang te zoeken naar een anekdote. Ik weet er zelfs een, die zich manifesteerde precies op de dag waarop ik mijn erelidmaatschap kreeg uitgereikt: 24 november 1975. Het is geen dijenkletser, maar gewoon een van die grapjes die niet-geodeten over Geodesie maken, zonder er iets kwaads mee te bedoelen. Aan het eind van de middag recipieerde het Bestuur van Snellius met de nieuwe ereleden in de kantine van het spiksplinternieuwe geodesiegebouw. Een van de receptiegangers had een hond meegebracht, die zich vrij tussen het publiek bewoog. Het was een lief aaibaar dier dat dan ook menig snackje aangeboden kreeg. Een iets te enthousiaste dierenvriend greep zelfs een schoteltje met schijfjes worst en zette dat voor de hond op de grond. Het dier begon onmiddellijk schrokkerig te eten. Het tegenlicht van de ondergaande zon door de hoge kantineramen, de etende hond op de plavuizen vloer en de drinkende en lachende mensen eromheen, vormden een tafereel, dat mij deed denken aan een Oudhollands schilderij. Ik zei dat tegen de Rector Magnificus, Prof. van Bekkum die ook gekomen was om het Snelliusbestuur en de nieuwe ereleden te feliciteren en die op dat ogenblik bij mij stond. En de Rector zei: "Ja, ik heb altijd wel geweten dat Geodesie een huishouden van Jan Steen is." H.C. van der Hoek

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 503