Geodesy^ verschenen en daarin werden onderwerpen behandeld die tot het
vakgebied behoorden van wat in Delft Meetkundige Geodesie genoemd zou
gaan worden: de ontwikkeling van mathematische modellen voor al de
geodetische waarnemingen in de drie-dimensionele ruimte.
In Delft was echter de naam Mathematische Geodesie al jaren lang in gebruik
voor het vak dat de waarnemingsrekening, de vereffeningstheorie en de
puntsbepaling in het platte vlak omvatte.
Er is toen uiteindelijk maar voor de naam Meetkundige Geodesie gekozen,
een naam die bijna aangemerkt kan worden als een tautologie: meer van
hetzelfde dus.
In Nederland denken we bij de inhoud van het vak Meetkundige Geodesie al
gauw aan de vakken waaruit het, min of meer toevallig, is ontstaan, in het
buitenland zal het echter niet erg duidelijk zijn wat onder Meetkundige
Geodesie verstaan moet worden.
De vraag zou kunnen rijzen of er wel een duidelijke definiëring van dit
vakgebied te geven is. Het komt me voor dat een poging daartoe wel gewenst
zou zijn om nieuwe ontwikkelingen er al dan niet onder te kunnen rangschik
ken.
Het is in ieder geval goed te bedenken dat het vak, gelet op zijn ontstaanswij
ze, voor de helft bestaat uit een gedeelte pure meetkunde (het vak Differenti
aalmeetkunde) terwijl ook de andere samenstellende delen voor een groot
deel als stukjes meetkunde kunnen worden opgevat. Geometrie en geodesie
liggen nu eenmaal dicht bij elkaar.
Laten we de definiëring van het vakgebied echter voorlopig maar even rusten
en eerst naar de inhoud van het vak kijken zoals het vroeger en nu gegeven
werd en wordt.
Als we aan de hand van een studiegids de colleges van nu vergelijken met die
uit de tijd dat ik in de collegebanken verbleef, dan lijkt het wel alsof er in zo'n
30, 40 jaar niet zo veel veranderd is. En in een tijd waarin iedere verandering
welhaast vanzelfsprekend als een teken van vooruitgang wordt beschouwd, is
dat iets waarover je je bijna moet schamen!
Zo zijn de onderwerpen uit de differentiaalmeetkunde, door Gauss al zo'n 150
jaar geleden ontwikkeld, voor een groot deel nog dezelfde gebleven. Slechts de
wijze van behandeling is wat anders geworden: wat meer ingebed in de
wiskundige discipline die tensoranalyse wordt genoemd en bovendien gepre
senteerd in een notatie die het mogelijk maakt om één en ander wat beknop
ter en overzichtelijker op te schrijven en te programmeren.
De onderwerpen die in het vak Kaartprojecties van 40 jaar geleden werden
behandeld, staan ook nu nog steeds op het programma: kaartprojekties blijven
nu eenmaal kaartprojekties en de kennis ervan is nodig om het ambacht van
landmeter te kunnen uitoefenen. Het coliegediktaat uit 1950 over Geodetische
Berekeningen gaat uitsluitend over de beide Hoofdvraagstukken op de
38