wtgey«Ufn to ft prop», M aan ft ui w ft analyse Éls al.
3. Ter vervanging van woningen die verdwijnen door
verandering van gebruik, verbouwing en sloping"5.
Achtereenvolgens worden de drie factoren geanalyseerd en doorgerekend op
grond waarvan een prognose volgt van de nieuw te bouwen woningen. Door
aanname van een gewenste of haalbare woningdichtheid wordt vervolgens het
benodigd grondoppervlak uitgerekend, waarmee de kwantitatieve basis is gelegd
voor uitbreiding van de woonwijken.
Dat de werkelijkheid, wat de bevolkingsaantallen betreft, uiteindelijk anders is
Interessant is het wel om na te gaan van welke veronderstellingen het AUP
uitging. Enkele citaten:
"In het algemeen wordt, het aantal woningen vermenigvuldigd
met een min of meer nauwkeurig bepaalde gemiddelde gezins
grootte, die meestal op een rond getal, al naar gelang de aard van
de betreffende stad, op bijvoorbeeld 5, 4V2 of 4 wordt gesteld".
"Deze berekening moet echter voor het plan van Amsterdam tot
onjuiste resultaten leiden Alles wijst erop dat in de toekomst
met een nog lager gemiddelde dan het op 31 december 1930
bereikte cijfer van 3,74 rekening moet worden gehouden".
"(Uit uitvoerige berekeningen) blijkt dat men voor de toekomstige
woningbehoefte zal moeten uitgaan van een gemiddeld aantal
inwoners per woning van 3,37. Het in totaal benodigde aantal
woningen voor de toekomststad van 960.000 inwoners moet dus
worden gesteld op 285.179".
De 'toekomststad' was gedacht in het jaar 2000. Men kon toen nog niet
vermoeden dat nu (1-1-1988) ruim 690.000 inwoners leven in 330.000 woningen
en dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de huidige gemid
delde woningbezetting (2,1) nog verder zal dalen.
Het AUP6 was een mijlpaal en (is) een monument. Het is vrijwel volledig
uitgevoerd, maar grotendeels pas na de Tweede Wereldoorlog. Buitenveldert,
Slotermeer en Slotervaart, Osdorp en Geuzenveld; zij zijn alle uitgevoerd volgens
de hoofdlijnen aangegeven in het AUP. De kracht van het AUP kan alleen op
waarde worden geschat als men bedenkt dat ondanks de grote maatschappelijke
veranderingen na 1945, toch het AUP de basis kon blijven7.
En die veranderingen waren er. En zij waren gigantisch.
53
5 AUP. Bijlage IV, bladzijde 79; heruitgave 1985.
AUP, heruitgave 1985, bladzijde 78/79. Voor wie het na wil rekenen: er ziet een klein verschil
doordat de berekening in feite veel ingewikkelder was dan hier getoond.
7
Zeker is dat de persoon van Van Eesteren hierbij een zeer belangrijke rol heeft gespeeld.
Hij sloeg de brug van de jaren '30 naar de jaren '50.