De Bijlmer is een hoofdstuk apart. Wie had kunnen denken dat de bosjes waar de nachtegalen zingen, gekapt moesten worden omdat ze te gevaarlijk zijn? Liever vrij zicht dan verkrachtingen en berovingen. En wie had durven voorspel len dat de aparte parkeergarages een centrum zouden vormen voor drugshandel en drugsgebruik? De sociale ontwikkelingen ontgroeiden de stedebouwkundige plannen. Nieuwe normen waren nodig. Maar zijn die zo maar te vinden? In 1954 kwam de tweede grote aanpassing van de ruilverkavelingswet tot stand. HDe voornaamste aanleiding tot de voorgestelde wijzigingen was de stem uit de praktijk",1^ aldus Govers die vanuit het Kadaster een uitvoerige studie over de wet maakte. De belangrijkste wijziging was dat naast een eigendomsverkaveling ook een pachtverkaveling in de wet werd opgenomen. Men kan zeggen dat vanaf 1954 het gebruik van de grond uitgangspunt voor het plan van toedeling werd. Niet de eigenaar maar de pachter kreeg prioriteit. De grote veranderingen in het denken over maatschappelijke verhoudingen waarbij in toenemende mate de functie het wint van het (eigendoms)-recht komen in dit aspect van de ruilverkavelingswet van 1954 het duidelijkst naar voren. Andere belangrijke wijzigingen (bijvoorbeeld ten aanzien van inbezit- en ingebruikneming, geldelijke regelingen en dergelijke) waren vooral van or ganisatorische aard. Dat wil overigens niet zeggen dat zij voor de effectiviteit van de wet niet van groot belang waren. De samenleving staat niet stil. Ook na 1954 werd er al ras getrokken en gesleuteld aan de ruilverkavelingswet. De belangrijkste redenen daartoe waren enerzijds de veranderingen in de landbouw zelf (en ook de internationale verknoping in bijvoorbeeld de EG) en anderzijds de toenemende aandacht en bezorgdheid voor landschap en milieu. Het zou te ver voeren om in het korte bestek van deze bijdrage de vele veranderingen, verschuivingen en beleidsombuigingen te behandelen die in de afgelopen 25 jaar plaatsvonden. Als hoofdlijn het volgende. In de landbouw ontwikkelde zich een steeds sterker wordende tendens tot mechanisatie, grootschaligheid en intensivering van het grondgebruik. In de samenleving ontstond steeds grotere bezorgdheid over de effecten hiervan op het gebruik van de grond, ook al werden de economische resultaten toegejuicht. Zo ontstond een periode met enerzijds de 'groene nota's' en steeds meer oog voor landschap, recreatie, milieubescherming en niet-landbouwkundige doelstellingen in het landbouw-areaal, anderzijds sterke consumptiedruk, stimulering van landbouwkundige vernieuwing, intensieve veehouderij en uiteindelijk zowel een overschot als een milieu- en mestprobleem. De tegenstrijdigheden in deze 57 12 De a.s. nieuwe ruilverkavelingswet, Ir. A. Govers, Tijdschrift voor Kadaster en Landmeet kunde, 1 okt. 1954, blz.242.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 80