grammetrie heeft bepaald.
Het is niet mogelijk alle bijzonderheden van deze ontwikkelingen te vermelden.
Wel dient vermeld te worden dat de vele vooroorlogse proefvluchten in ons land
betrekking hebben gehad op het beproeven van een camera met een nieuw
lensstelsel en/of nieuw filmmateriaal.
Al in 1931 zijn proefvluchten uitgevoerd om toepassingsmogelijkheid van de
fotogrammetrie voor tracering van wegen en kanalen te onderzoeken. Een eerste
echte fotogrammetrische proef is door het Kadaster in 1936 ondernomen ter
vernieuwing van de Kadastrale kaarten van het plassengebied Loosdrecht. Deze
positief uitgevallen proef toonde een belangrijke tijdwinst aan bij de kaartver
vaardiging, bovendien heeft de delimitatie van grenzen met de belanghebbenden
plaatsgevonden met behulp van vergrotingen van de luchtopnamen. Deze proef
"Loosdrecht" is door de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat te Delft
uitgewerkt in opdracht van het Kadaster en de opnamen zijn gemaakt door
KLM-Aerocarto. Veel van deze processen zijn gerealiseerd door een goede
samenwerking tussen Meetkundige Dienst en KLM. Deze samenwerking en ook
die met de BPM uit die jaren is van grote betekenis geweest voor de ontwikke
ling van de fotogrammetrie in ons land.
Aerotriangulatie
Het doel van aerotriangulatie, of luchttriangulatie, is het verkrijgen van de
coördinaten van paspunten, zonder uitgebreide kostbare terreinmetingen, die
nodig zijn voor de uitwerking van de luchtfoto's met onbekende positie en
oriëntering, de 6 onbekende
absolute oriënteringselementen. Men onderscheidt hierbij:
- voor vlak terrein de methode van ontschranken: minimaal per foto 4
planimetrische paspunten.
- voor geaccidenteerd terrein het kaarteren van stereo-paren: minimaal per
model 2 volledige paspunten en 1 hoogtepaspunt.
We kunnen de aerotriangulatie verdelen in:
a. radiaaltriangulatie, een methode van triangulatie van ongeveer vlak terrein,
die slechts de planimetrische coördinaten van een paspunt geeft.
b. ruimtelijke aerotriangulatie (of kortweg aerotriangulatie), een methode van
triangulatie die alle 3 coördinaten van een paspunt geeft.
De radiaaltriangulatie past juist goed in het systeem dat in de beginjaren in ons
land tot ontwikkeling is gekomen, namelijk het uittekenen van ontschrankte
foto's.
Het meetkundige principe van radiaaltriangulatie is dat in de radiaalpunten van
vertikale opnamen, die elkaar 60% overlappen, richtingen gemeten worden naar
een voorafgaand en volgend radiaalpunt en naar hulppunten. Als radiaalpunt
wordt in de foto gemarkeerd hoofdpunt, nadirpunt of isogoonpunt. Daar veelal
65