lator volgens principes aangegeven door prof. R. Roelofs. Een bijzonder aspect van dit instrument is, dat de foto's niet gedraaid behoeven te worden; tijdens de meting wordt dus de ingestelde stereoscopie niet verstoord. Pas na de Tweede Wereldoorlog is men in Nederland ruime aandacht gaan schenken aan ruimtelijke aerotriangulatie, waarbij strookvorming, het koppelen van analoge modellen, plaats heeft in een fotogrammetrisch stereo-uitwerkings instrument; hierbij worden strookcoördinaten gemeten en afgelezen. Deze ontwikkeling is niet zonder problemen verlopen. Zowel de systematische fouten als "grove" onregelmatigheden hebben veel moeilijkheden opgeleverd, die aanvankelijk voor veel onaangename verrassingen hebben gezorgd. Veel aandacht is in die jaren, ook vanuit Delft, onder andere door prof. R. Roelofs, besteed aan deze problematiek. Om de invloed van waarnemingsfouten te verminderen is overgegaan op de numerieke methode van relatief oriënteren. Belangrijk onderzoek is verricht naar systematische fouten, die toegeschreven kunnen worden aan een bepaalde accumulatie, een dubbele sommatie, van toevallige waarnemingsfouten. Verder is door prof. A.J. van der Weele aangetoond dat een aantal fouten te wijten is aan instrumentele foutenbronnen, regelings- en constructiefouten. In de loop der tijden zijn deze systematische fouten sterk verminderd enerzijds door beter instrumentarium en anderzijds door numeriek oriënteren, gecombineerd met het gebruik van Dove-prisma's, waardoor de waar nemingsfouten zijn gereduceerd. Desondanks blijft een getrianguleerde strook een slappe constructie, waarvoor relatief veel paspunten nodig zijn om betrouw bare strookcoördinaten te verkrijgen. Wat betreft de vereffening van de aerotriangulatie zijn het vooral de blokvereffeningsmethoden die de fotogrammetrische puntsbepaling, de paspunts- bepaling, tot zijn recht hebben doen komen. Vele blokvereffeningsmethoden zijn ontworpen, die zich sterk onderscheiden door de grootte van de blokken, die berekend kunnen worden in samenhang met de rekentijd, de invoer van de waar nemingen met hun kansmodel, benaderde waarden bepalen, opsporen van fouten, etcetera. Onder blokvereffening wordt verstaan een gezamenlijke vereffening van al het materiaal dat betrekking heeft op een aantal elkaar overlappende foto's en aan elkaar grenzende stroken. Het waarnemingsmateriaal is niet alleen de fotogram metrische metingen, maar ook de waarnemingen met betrekking tot terrestrische paspunten en hulpinstrumenten. Op grond van het fotogrammetrische waarne mingsmateriaal worden veelal onderscheiden: - analoge triangulatie, waarbij men beschikt over drie-dimensionele strook coördinaten van een aantal aan elkaar grenzende stroken. - onafhankelijke modellen methode, de semi-analytische methode, waarbij elk tweetal opeenvolgende opnamen van een strook relatief georiënteerd wordt in een stereo-instrument; gemeten worden de modelcoördinaten van de verbindingspunten en met behulp hiervan worden de modellen 72

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1990 | | pagina 95