EERSTEJAARS ZOMERKAMP Hans Garlich en Rien Kremers Moet dat allemaal ingemeten worden? Dat kan toch niet. Zo'n groot gebied. Dat halen we nooit in drie weken. Meestal de eerste reacties van de eerstejaars student als hij of zij op hun fiets het gebied heeft verkend. Als begeleider laat je niet direct het achterste van je tong zien en zegt: "als er gewerkt wordt zal het best lukken". Ieder jaar is het nog gelukt, dus dit jaar ook. De opdracht voor de eerstejaars in het zomerkamp is het organiseren en uitvoeren van metingen met als doel het handmatig vervaardigen van een topografische kaart op schaal 1:1000 van een beperkt gebied. Als men bedenkt dat de voorkennis beperkt is, want de opgedane kennis in het allereerste onderwijsblok is niet helemaal meer aanwezig, dan zal het duidelijk zijn dat er in drie weken flink wat "werk" verzet moet worden. Halverwege de vierde onderwijsperiode van het eerste jaar begint de laatste voorbereiden de oefening in de practicumzaal. Een opfrisronde in het opstellen en hanteren van theodoliet, afstandmeter en waterpasinstrument. Timf v Ook de verwerking van de meetgegevens ontbreekt niet. Daarna nog drie tentamens en een aantal nachtjes slapen en dan is het zover! Het eerste Zomerkamp, waar zolang naar uit werd gekeken, is begonnen. Na het Snellius- lied op de tijdelijke locatie volgt een korte briefing, waarna de studenten eerst maar eens de bewoners, waar ze hoogstwaarschijnlijk de komende tijd mee te maken zullen krijgen, Technische ontwikkelingen 89

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1995 | | pagina 112