Fig.2. Produktie per ploeg vs. gereden kilometers Uit deze grafiek kunnen verder nog drie belangrijke conclusies worden getrokken: - Allereerst blijkt dat er in de afgelopen 5 jaar een ploeg is geweest die zowel qua pro duktie als qua gereden kilometers alle andere meetploegen ver heeft overtroffen. Ploeg 301 van zomerkamp 1991 (we zullen de namen maar even noemen: R. van 't Zand, I. Bennink en E. Meerburg) waren goed voor 36 gemeten punten en maar liefst 2836 autokilometers. Deze kilometrage houdt in dat iedere gemeten afstand (totaal gemeten afstanden van het zomerkampnet 1991 bedraagt 317.4 km) maar liefst 9 keer is langs- gereden. Met een dergelijke overtalligheid moet het kringnet wel extreem betrouwbaar zijn geworden. - Verder valt op dat naarmate het aantal gereden kilometers afneemt en dus de afstand van het kamp tot het werkgebied kleiner wordt, ook de produktie significant afneemt. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de inzet van de 36 jaars instructeurs zich in de toekomstige zomerkampen zich vooral zal richten op de ploegen in de nabijheid van het kamp. U bent dus gewaarschuwd. - Tenslotte kan uit de grafiek worden afgeleid dat een meetploeg gemiddeld 300 km zal rondrijden zonder ook maar één enkel punt te meten. Geodesie wereldwijd 5 0 1000 1200 1400 1600 1800 2000 2200 2400 2600 2800 3000 Aantal gereden kilometers 106

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1995 | | pagina 129