Uit de bovenstaande grafiek valt af te lezen dat er in ieder geval geen sprake is van een negatieve correlatie tussen de hoogte van de barrekening en het aantal gemeten punten per ploeg. Het omgekeerde is ook niet echt hard te maken maar de tendens zit er toch een beetje in. Gaan we er vanuit dat er toch sprake is van afhankelijkheid tussen het aantal gemeten punten per ploeg en de hoogte van de barrekening dan leert een eenvoudige rekensom ons dat een extra gemeten punt ongeveer een verhoging van fl 25,- van de barrekening tot gevolg heeft. Omdat het nameten door de staf of het kadaster waarschijn lijk duurder is zou dit een reden voor de faculteit of het kadaster kunnen zijn om de barrekening van de 3e jaars te subsidiëren. In enkele gevallen wordt deze produktie ver hogende methode door de instructeurs al toegepast indien een ploeg er in slaagt om meer dan 10 punten op een dag te meten. Conclusies Een gedegen onderzoek behoort te worden afgesloten met conclusies, maar welke conclu sies kunnen er nu eigenlijk uit het voorgaande worden getrokken? Allereerst moet er gesteld worden dat de steekproef (slechts vijf zomerkampen) erg klein was, terwijl bovendien ook het aantal onderzochte facetten beperkt is gebleven tot drie. Zonder enige moeite zou deze lijst makkelijk kunnen worden uitgebreid, bijvoorbeeld met de invloed van GPS op de produktie, de gevolgen van de prestaties van het Nederlands elftal tijdens het WK in 1994 of het afscheid van Daan Gast in datzelfde jaar. Het effect van dergelijke aspecten is uiteraard zeer moeilijk te meten. Bekijken we de resultaten van de 3 deelonderzoeken dan moet voor een verbetering van het rendement van het 3C jaars zomerkamp aan de volgende voorwaarden worden voldaan: - De gemiddelde temperatuur tijdens het zomerkamp mag niet boven de 15 °C uit komen. - De barrekening van de 3e jaars moet ruim boven het gemiddelde van alle studenten samen uitkomen. - Er moeten veel autokilometers gemaakt worden. Enig voorbehoud ten aanzien van deze conclusies lijkt ons echter wel op zijn plaats omdat aan deze voorwaarden ook de nodige nadelen zijn verbonden. De enige reële conclusie die we kunnen trekken is dan ook dat het 3e jaars zomerkamp door de grote inzet van een ieder die daarbij betrokken is, ieder jaar weer succesvol kan worden afgesloten. Geodesie wereldwijd 108

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1995 | | pagina 131