Fig.3. Verkenning tijdens het zomerkamp Het onderwijssysteem was erg schools. Projectonderwijs, case-studies en dergelijke behoorden niet tot de mogelijkheden. Alleen het eindproject voor vijfdejaars studenten week af van het stramien. Het eindproject was een afstudeeropdracht, waaraan één dag per week besteed werd. Het is het meest te vergelijken met een case-study aan de TU Delft. Dit eindproject was de enige keer dat de student zelfstandig een probleem oplost, hierover rapporteert en presenteert. Voorbeelden van uitgevoerde eindprojekten zijn: - een GIS-model voor leidingen-registratie - data-opslag en data-communicatie met de Geodimeter - kartering van waarde-veranderingen van onroerend goed in Zambiaanse steden - het opzetten van een landmeetkundige grondslag op het UNZA-terrein. Naast het onderwijs verzorgde de afdeling ook workshops e.d. en voerde opdrachten voor derden uit. Er zijn diverse cursussen gegeven, zoals digitaliseren voor kartografen en landmeetkunde voor landmeters in opleiding. Ook heeft de afdeling twee nationale GIS- workshops georganiseerd (zie fig. 4). Opdrachten voor derden behelsden voornamelijk landmeetkundige klussen (uitzetten van wegen, puntsbepaling in mijnen, onderhoud van instrumenten, waterpassen t.b.v. irrigatie-systemen). Het doen van onderzoek was ook een belangrijk speerpunt in het universitair beleid. Echter, door de gebrekkige infrastructuur, de discontinuïteit in het personeelsbestand en de hogere prioriteit aan onderwijs en opdrachten voor derden kwam van onderzoek nauwelijks iets terecht. Geodesie in het buitenland 123

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1995 | | pagina 145