Fig.4. GIS-workshop in het Department of Surveying Voor het uitvoeren van de onderwijstaken en andere opdrachten had de afdeling beschik king over, voor Afrikaanse begrippen, moderne faciliteiten. Mede dankzij het Zweedse project was er een PC-netwerk, bestaande uit zeven PC's en twee draagbare PC's, een AO-digitaliseertafel en een digitaliseertablet, diverse printers en twee penplotters. De computers werden gebruikt met de volgende software: - voor landmeetkunde: GEOSECMA, een Zweeds pakket, - voor de fotogrammetrie: GEOAIR, PAT 386, KORK, - voor GIS: PC Arc/Info, ILWIS. Wat betreft instrumentarium was de afdeling goed uitgerust. Naast de conventionele landmeetkundige instrumenten waren er speciale instrumenten voor mijnmetingen. De afdeling had ook twee digitale instrumenten: een elektronische theodoliet en een total station. Zulke instrumenten zijn nog steeds zeldzaam in Zambia. Voor de fotogrammetrie werd gebruikt gemaakt van een stereoplotter WILD A8. Het onderhouden van een computernetwerk en het instrumentarium is in een land als Zambia een lastige taak. Kennis is vrijwel niet aanwezig, de service monteur zit in Europa of Amerika, geïmporteerde hardware en onderdelen zijn erg duur, en telefoneren of faxen over bijvoorbeeld software is minder alledaags dan in Nederland. Zo had de afdeling geen beschikking over een operationele telefoonverbinding. Kortom, het vervangen van een inkt-cartridge kan wel eens weken duren. Hierover filosoferend kom je uit bij één van de grote dilemma's van dit soort projecten: in hoeverre moet je doorgaan Geodesie wereldwijd 124

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1995 | | pagina 146