Fig.l. De schrijver op stage mochten ook geen lid worden van Kamativi Mine Club en deelnemen in clubactiviteiten (strictly for whites), noch gebruikmaken van clubfaciliteiten zoals bar, snooker tables, tennisbanen, zwembad en bioscoop. Nathaniël was hoger in rang, ook qua salariëring, dan Que-Que, want hij placht na overleg met de mijnmeters zelfstandig met zijn ploeg te opereren, inclusief het markeren, aanmeten en noteren van de plekken waar ertsmonsters uit het gesteente, ondergronds of bovengronds, gehakt werden en in zakjes gedaan. De analyse van de genummerde monsters werd door blanke chemisch-analisten uitgevoerd. Que-que daarentegen opereerde altijd in aanwezigheid en op commando van een blanke mijnmeter. Hij fungeerde tevens als tolk, als de hybride commandeertaal 'Fanakolo' (letterlijk 'zó doe je dat!', ook wel 'Kitchen Kaffir' of 'Chilapalapa' genoemd) van de mijnmeter tekortschoot. Nathaniël sprak goed Engels en was leergierig. Eens vroeg hij uitleg over het systeem van driehoeksmeting en topografische opmetingen. 'That's none of your business, Munt!' (Munt, van Muntu, mensen (enkelvoud Bantu), is in feite een neutraal woord in vele Bantoetalen, maar werd door blanken als scheldwoord gebruikt. 'Yes, but I've got to know for when we become independent!', wierp Nathaniël lachend tegen. Toen hij in 1962 trouwde hield zijn vrome baas, het Zuidafiikaanse plaatsvervangend hoofd van de afdeling mijnmeten, keurig in het pak, een toespraak, maar weigerde Nathaniël en zijn bruid de hand te drukken, 'because whites don't shake hands with blacks'. Toen in datzelfde jaar Joshua Nkomo's nationalistische beweging PCC verboden werd en ondergronds ging, Geodesie in het buitenland 131

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1995 | | pagina 153