bij het leggen van contacten met 'verligte' Afrikaners uit de regerende Nationale Partij in Zuid-Afrika. Ik stemde toe op voorwaarde dat ik na twee jaar door een Zambiaan opgevolgd zou worden, en dat vanaf het begin meer zwarte Zuidafrikanen en Zambianen bij het project betrokken zouden worden. Ik maakte een onderzoeksreis naar Zuid-Afrika. Na evaluatie in Zambia werd het dialoogprogramma afgeblazen als te gevaarlijk voor Zambia en ook strategisch onjuist. Na veel discussie werd de solidariteitsbeweging 'Africa 2000' opgericht, waarvan ik 'executive secretary' werd. De organisatie spande zich in om de contacten tussen de vanuit het vrije Zambia opererende bevrijdingsbewe gingen9 en de Zambiaanse maatschappij (m.n. onderwijsinstellingen, kerken en vakbonds organisaties) te verbeteren om zo het betrekkeljke isolement van deze bewegingen te verminderen. Het werk van Africa 2000 kan samengevat worden met de termen 'politiek vormingswerk' en 'brugfunctie' naar de bevrijdingsbewegingen toe. Deze laatste functie vervulde de organisatie ook voor filmers en journalisten van overzee, die een documentai re of artikel wilden maken over de strijd van de bevrijdingsbewegingen, en voor vertegen woordigers van buitenlandse kerken die ofwel worstelden met het vraagstuk van het Geodesie in het buitenland Fig.3. De bevrijding MPLA (Angola), Frelimo (Mozambique), ZAPU en ZANU (Rhodesia/Zimbabwe), SWAPO (Zuidwest-Afrika/Namibia), ANC en de aan ANC gelieerde vakbondsbeweging SACTU, PAC, Unity Movement (Zuid-Afrika). Behalve deze bewegingen kon men in Zambia vertegenwoordigers van minder bekende groepen tegenkomen: Coremo, Swanu, Frolizi. 135

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1995 | | pagina 157