Voor een meer diepgaande beschouwing van de behandelde onderwerpen wordt verwezen naar de literatuurlijst aan het einde van het artikel. SPOT beelden Opnamen van de franse SPOT satellieten zijn een van eerste remote sensing beelden die ook geodetisch gezien interessant zijn. De meeste remote sensing beelden kunnen direkt met een polynoomtransformatie van beeld naar terreincoördinaten getransformeerd worden. Vanwege hun lage resolutie en beperkte stabiliteit leveren meer verfijnde methoden geen betere resultaten. Voor SPOT beelden met hun relatief hoge resolutie (1 beeldpixel beslaat een gebied van ongeveer 10 bij 10 meter) en hoge mate van beeldstabi- liteit is een verfijning wel de moeite waard en loont het de moeite nauwkeurig de opnamegeometrie te reconstrueren. Verder maakt een instelbare spiegel stereo opnamen mogelijk die geschikt zijn voor fotogrammetrische 3D puntsbepaling. Een stereopaar wordt verkregen uit beelden opgenomen vanuit verschillende satellietbanen onder tegengestelde hoeken ten opzichte van het nadir (bv. 25 graden westwaards en 25 graden oostwaarts). De belangrijkste verschillen tussen SPOT beelden en conventionele foto's zijn: - elke beeldrij is een centrale projectie (i.p.v. elke foto) - de openingshoek van de camera is erg klein (4 graden) (i.p.v. 60-120 graden) - een instelbare spiegel maakt opnamen onder een hoek t.o.v. de nadirrichting mogelijk - opeenvolgende beelden van een satellietpassage maken deel uit van dezelfde continue opname (zij overlappen elkaar niet en hebben geen onafhankelijke opnamegeometrie) - de beelden zijn van oorsprong digitaal (het origineel is geen film) - bruikbare gegevens over de opnamegeometrie zijn beschikbaar Aerotriangulatie De eerste van de drie genoemde stappen in de vervaardiging van een digitaal hoogtemodel is de aerotriangulatie ter bepaling van de opnamegeometrie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de stralenbundelmethode. In een aerotriangulatie met de stralenbundelmethode wordt de opnamegeometrie van een blok luchtfoto's gereconstrueerd met behulp van in de foto's gemeten punten en een aantal gegeven paspunten. De te reconstreren opnamegeometrie bestaat, voor elke foto, uit het projectiecentrum en de ruimtelijke oriëntering van het fotovlak. De stralenbundelmethode is gebaseerd op de zogenaamde collineariteitsvergelijkingen. Deze geven weer dat, op het moment van opname, het fotopunt, het projectiecentrum en het tereinpunt op een rechte lijn liggen: de opnamestraal. Geodesie wereldwijd 140

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1995 | | pagina 162