Fig.2. Blok van twee stroken van SPOT beelden Satellietbaan De baan, die door de satelliet tijdens de beeldopname werd afgelegd, speelt een belang rijke rol in de opnamegeometrie. De opeenvolgende posities van de satelliet vallen samen met de projectiecentra van opeenvolgende beeldrijen. Verder wordt de streeforiëntering van het opnameplatform bepaald uit de satellietpositie- en de snelheidsvector. Een satellietbaan kan berekend worden als voor een bepaalde (begin)tijd de satelliet- positie- en snelheidsvector gegeven is en de versnellingen die de satelliet ondervindt tijdens het afleggen van zijn baan bekend zijn. De aantrekkingskracht die door de aarde op de satelliet wordt uitgeoefend is voldoende bekend om een baan die overeenkomt met een tiental opeenvolgende beeldopnames (circa 1.5 minuut) met een nauwkeurigheid van een meter te reconstrueren. De enige van belang zijnde componenten van de aardse aantrekkingskracht is de Kepler term (centrale kracht uitgaande van een homogene, bolvormige aarde) en de zogenaamde J2 term (effekt van de afplatting van de aarde). Alle kleinere componenten, die het gevolg zijn van ongelijke massaverdelingen, kunnen verwaarloosd worden. Hetzelfde geldt voor de invloed van de aantrekkingskracht van zon, maan en planeten en van de krachten uitgeoefend door wrijving en straling. Geodesie wereldwijd 142

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1995 | | pagina 164