Voor SPOT beelden met hun pixelgrootte van 10 bij 10 meter zijn kunstmatige paspunten niet praktisch toepasbaar (zij zouden de grootte van tenminste een voetbalveld moeten hebben) en wordt gebruik gemaakt van natuurlijke punten zoals een centrum van een kruispunt van wegen of een hoek van een veld. Voor de meting van met veel zorg uitgekozen punten in SPOT beelden is een standaardaf wijking van 0.25 pixel mogelijk voor zowel de rij - als de kolomcoördinaat. Deze punten zijn geschikt als verbindings - en paspunten bij de aerotriangulatie. Voor de vervaardiging van een digitaal hoogtemodel zijn er echter te weinig van dit soort punten. Voor de meer talrijk aanwezige punten van dooaliteit is een standaardafwijking van 0.5 pixel realistisch. De voorwaartse insnijding De geometrie van de voorwaartse insnijding is een uitvloeisel van de eigenschappen van de satellietbaan en van de rijgewijze manier van beeldvergaring. De voorwaartse insnijding vindt plaats in een vlak, vrijwel evenwijdig aan de beeldrijen en vrijwel loodrecht op beide satellietbanen. Fig.3. Voorwaartse insnijding vanuit corresponderende punten in twee overlappende luchtfoto's naar het onbekende terreinpunt Dit veroorzaakt een frapante scheiding tussen de puntsbepalingsbijdragen van de rij - en kolomcoördinaten van corresponderende beeldpunten. De beide rijcoördinaten bepalen, met een graad overtalligheid, de horizontale positie van het terreinpunt in de richting van de satellietbaan. De beide kolomcoördinaten daarentegen leveren net genoeg informatie voor de bepaling van de hoogte en horizontale positie in de richting dwars op de satelliet baan. Verder is de hoek van insnijding altijd scheip: de grootste insnijdingshoek die bereikt kan worden bij extreem oblique opnamen is ongeveer 58 graden. De insnijdingsgeometrie heeft de volgende consequenties voor de (theoretische) precisie Geodesie in het buitenland 145

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1995 | | pagina 167