van de bepaalde terreinpunten. Vanwege de overbepaaldheid is de positiebepaling in de
richting van de satellietbaan het beste. Door de scherpe hoek van insnijding is verder de
horizontale positie dwars op de satellietbaan beter bepaald dan de hoogte. Een standaard
afwijking van een halve pixel (voor rij - en kolommeting) wordt vertaald in standaard
afwijking van ongeveer 4 meter voor beide horizontale coördinaten en 8 meter in hoogte.
Hierbij moet het effect van de onzekerheid in de bepaling van de opnamegeometiie nog
bijgerekend worden.
In de OEEPE test werd door de meeste centra merkwaardigerwijs de hoogte juist beter
wordt bepaald dan de planimetrie.
Fig.4. Voorwaartse insnijding vanuit corres
ponderende punten in twee overlappende
stroken SPOT beelden naar het onbekende
terreinpunt
Interpolatie
Met behulp van de in de vorige stap verkregen wolk van terreinpunten moet vervolgens
een continu oppervlak bepaald worden als model van het terrein. Het is hierbij niet
noodzakelijk dat alle terreinpunten precies op het gekozen oppervlak liggen. De punten
zijn immers met een zekere onnauwkeurigheid bepaald.
Met een goede interpolatie kan een gedeelte van de hoogtefout uit de bepaalde terreinpun
ten weggefilterd worden terwijl de werkelijke hoogteveranderingen in het terrein
behouden blijven.
Het wegfilteren van een gedeelte van de hoogtefouten in de terreinpunten is slechts
Geodesie wereldwijd
146