Een aantrekkelijk aspect van het werk van geodeten binnen een oliemaatschappij is dat men betrokken is bij vrijwel alle fasen van het opsporings- en winningsproces: vanaf het prille begin van de initiële exploratie tot en met het opruimen van leidingen en winnings- lokaties na afloop van de produktie. Anderzijds beslaat het werkterrein een breed veld van wat in Nederland tot de geodesie gerekend wordt: mathematische geodesie (in mindere Geodesie in het buitenland Indonesië 1985: In kaart brengen We hadden in Irian Jaya een nieuwe concessie gekregen, grenzend aan een bestaande concessie waar op dat moment reeds exploratie boringen aan de gang waren» Beide concessies bestonden vrijwel geheel uit oerwoud. Wijs geworden door de planningsproblemen tijdens de seismiek in de oudere concessie, werd besloten om voor het nieuwe gebied kaarten op schaal 1:100.000 te laten vervaardigen. Het enig beschikba re kaartmateriaal voor dit deel van Irian bestond immers uit de 1:250.000 Aeronautical Chart en verder wat kleinschalige SLAR opnamen. Maar we hadden ook luchtfoto's, waar voor zover bekend doop de Indone sische instanties nog niets mee gedaan was. Na veel vijven en zessen slaagde ik erin om de diapositieven te bemachtigen, onder voorwaarde dat deze het land niet verlieten. Dan de paspunten. Niet gehinderd door veel fotogrammetrische ervaring en naarstig diverse handboeken raadplegend, ontwierp ik een paspuntenplan bestaande uit een aantal te meten satelliet doppler punten (met het oude Transit systeem) aange vuld met een serie door middel van barometrische hoogtemeting op te nemen hoogtepuntenVoor de veldoperaties kon ik gebruik maken van de logistieke ondersteuning die voor de boringen aanwezig was. In de praktijk betekende dit dat dat ik voortdurend kon beschikken over een Bolkow helicopter. Vele vlieguren, als één lange adembenemende natuur film, zijn gaan zitten in de verkenning van foto-identificeerbare paspunten. Dit waren veelal rivierbochten, de enige op de luchtfoto terug te vinden topografische elementen. De barometrische hoogtemeting verliep wonderlijk goed. De barometer kon op de vloer van de helicop ter afgelezen worden, terwijl deze hooguit een minuut in de droge rivierbedding met draaiende rotor behoefde te blijven staan. Door een tweede barometer op een vast station regelmatig te laten aflezen, en op voorgeschreven wijze de traversen af te werken en 'controles in te bouwen, kon een nauwkeurigheid van enkele meters in hoogte gehaald worden. De doppler punten vereisten meer werk. Voor deze metingen moesten clearings gekapt worden, zodat een vrije horizon boven 15 graden elevatie beschikbaar was. Een uit 3 personen bestaande en met kettingzagen, voldoende proviand en een radio uitgeruste ploeg werd hiertoe ergens in een rivierbedding afgezet om een tijdelijk kamp in te richten, een zgn. helipad te bouwen en een clearing te kappen. In recenter jaren worden dergelijke activiteiten uit een oogpunt van natuurbescherming overigens niet meer toegepast! Voor de satelliet doppler metingen zelf werd een contract afgesloten met een survey contractor, die enkele ontvangers en (Indonesisch) bedienend personeel ter beschikking stelde. Door de ontvangers op de in het bos gecreëerde punten 2 tot 3 dagen op te stellen, werden voldoende passages geregis treerd om vervolgens door middel van translocatie ten opzichte van de vaste ontvanger in het basiskamp de coördinaten te berekenen. Alle transport van apparatuur en personeel geschiedde weer per helicopter. Tenslotte werd de fotogrammetrische uitwerking en kaartvervaardiging uitbesteed aan een bedrijf in Jakarta. Hierbij had ik enige moeite met het formuleren van geschikte kwaliteitseisen. Uiteindelijk bood het 'Manual of Photogrammetry' van de American Society of Photogrammetry uitkomst, bijvoorbeeld: 90% van de hoogten bepaald uit de geplotte contourlijnen dienen niet meer dan de helft van het contourinterval af te wijken van de ware waarde. Hoe dit te verifiëren was van later zorg. Het eindresultaat was echter pas na mijn overplaatsing beschik baar en dat heb ik dus nooit gezien. 151

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1995 | | pagina 173