hierbij de nauwkeurigheid waarmee de plaatsbepaling dient plaats te vinden. De hoeveel heid op te nemen punten per project is enorm, en aanzienlijke besparingen kunnen worden gerealiseerd bij een zo eenvoudig mogelijke methode. Welke nu de nauwkeurigheidseisen zijn voor seismiek is een complexe kwestie, die geofysici ook niet echt goed kunnen beantwoorden. Een intuïtieve, maar niet volledige, benadering bestaat uit de beschouwing van de bingrootte, te interpreteren als een maat voor de kennelijk gewenste geofysische resolutie. Bij een bingrootte van bijvoorbeeld 25 bij 25 meter kan worden afgeleid dat een standaardafwijking van zeg 7 meter in positie van het midpunt tussen schot en ontvanger voldoende is om een behoorlijk percentage van de schoten goed 'gebind' te hebben. Op land is de hoogte echter ook een belangrijke factor in de geofysische verwerking; deze moet beter dan een meter bepaald worden. Fig.3. TO meting Fig.4. TO meting Op land werden veelal traditionele landmeetkundige technieken gebruikt, die nu steeds meer verdrongen worden door toepassing van GPS. In oerwoudgebieden geschiedt het uitzetten van de lijn veelal met een handkompas. De schotpunten worden dan met een ketting afgepast. Voor de opname van de punten waren in sterk begroeide of oerwoudge bieden kompastheodolieten (boussoles) populair, bijvoorbeeld de Wild TO. Deze hadden het voordeel dat een meetfout niet onmiddellijk een afzwaaier van de soms tientallen kilometers lange traverse ten gevolge had, zoals bij normale polygoonmeting. Nadeel was wel dat de (plaatsafhankelijke) magnetische declinatie bekend moest zijn, zodat elke gelegenheid om een zonswaarneming te doen diende te worden aangegrepen. In de jaren tachtig werden uiteraard steeds meer automatische tachymeters gebruikt. Het moge wellicht enige verbazing wekken dat de technisch eenvoudigste wijze van plaatsbepaling van seismiek op land juist in Nederland wordt toegepast (hoewel nu steeds meer verdron- Geodesie wereldwijd 154

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1995 | | pagina 176