SNELLIUS, SAUNA, SIBELIUS EN SISU: 33 JAAR GESCHIEDENIS
irM. Vermeer
Inleiding
Dit jaar zal het 33 jaar geleden zijn, dat de eerst Delftse geodesiestudent zijn praktisch
werk verrichtte aan het Finse Geodetische Instituut. Sinds dit eerste bescheiden begin zijn
vrijwel jaarlijks Delftenaren in Helsinki op bezoek geweest, en hebben deelgenomen aan
de meest uiteenlopende activiteiten. Meten in het veld behoorde echter altijd tot het
programma, in overeenstemming met de filosofie van het FGI, dat praktisch meten en
schrijftafelwerk als een eenheid wil zien.
De organisatie achter deze samenwerking was IAESTE. Het werkte op die manier, dat er
in Finland ieder jaar een gereserveerde plaats voor een Delftse geodesiestudent bestond,
terwijl omgekeerd een Finse land- en bosbouwstudent naar Nederland kon komen. Op
deze manier zijn tot nog toe 31 (volgens mijn telling) Nederlanders in nauw contact
gekomen, niet alleen met de geodetische praktijk, maar ook met Finland, de Finnen en de
Finse samenleving. Ik tel hier niet mee de Nederlanders die aan de Rijksdienst voor de
Landmeting (National Board of Survey) hun stage gelopen hebben.
Aangezien ik zelf langs dit pad in Finland ben beland, leek het mij leuk om een kleine
inventarisatie, een historiek, te maken van deze uitwisselingstraditie. Finland was in 1962
een heel ander land dan het nu is - dat geldt uiteraard evengoed voor Nederland - en ook
de geodesie heeft zich met reuzensprongen ontwikkeld. Dit schept een interessant histo
risch perspectief.
Het Finse Geodetische Instituut
Het Finse Geodetische Instituut werd opgericht in 1918, slechts een jaar na het onafhan
kelijk worden van de Finse republiek. De oorspronkelijke taak bestond uit het leggen van
een nauwkeurige meetkundige grondslag voor het in kaart brengen van Finland, toen nog
een voornamelijk agrarisch, maar al in snelle economische ontwikkeling verkerend land.
Het is interessant de toenmalige Finse situatie te vergelijken met die van nu in de Balti-
sche staten, die we van dichtbij kunnen volgen. Er zijn duidelijke parallellen, hoewel
uiteraard vandaag de dag veel modernere technologieën beschikbaar zijn.
In de eerste plaats betekende deze situatie het opzetten van een Finse rijksdriehoeksme
ting. Het kleine FGI was oorspronkelijk, tot 1933, niet meer dan een "dienst voor de
rijksdriehoeksmetingPas daarna werden de taken uitgebreid met precisiewaterpassing en
gravimetrie.
Dit was de situatie in 1962. De "ruimte" speelde nog geen rol in de Finse geodesie,
hoewel wereldwijd de Anna-flitslicht- en Echo-ballonsatellieten al wel benut werden. De
ruimte was de sterrenhemel, de meetkundige achtergrond voor astronomische lengte- en
Geodesie in het buitenland
193