en maakt deze meer parallel. De terugkerende puls wordt door de parabolische telecoop-
spiegel geconcentreerd op een fotomultiplicator, die verbonden is met de looptijdmeter. In
1979 zond de telescoop één puls per 20 seconden uit. De energie in zo'n puls bedroeg 1
Joule; de enorme condensator op de benedenverdieping van de waarnemingshut, die de
flitsbuis van energie voorzag, bevatte vol opgeladen wel 2000 Joule! Niet echt efficiënt
dus.
Fig.3. De Finse Rijksdriehoeksmeting
Enkele jaren geleden is deze lasertelescoop gemoderniseerd. Er komt nu groen licht uit,
eens per twee seconden. De meetnauwkeurigheid van een enkele puls, indertijd 0.5 m, is
teruggebracht tot 0.1 m. De computer voor de besturing, indertijd een kleine basic-pro-
grammeerbare micro, is vervangen door een PC met sterk verbeterde software. Heel veel
goed werk is hier gedaan door Dr. Matti Paunonen en zijn ploeg.
Van de satellieten die hier waargenomen worden kunnen worden genoemd Lageos 1 en 2,
op 6000 km hoogte, de Franse satellieten Starlette en Stella, en de Europese ERS-1, op
800 km hoogte. Anders dan de speciaal ontworpen lasersatellieten, die massieve uraanko-
gels zijn - om baanverstoringen door atmosfeer en lichtdruk te minimaliseren - dicht
bezet met hoekreflectors, is ERS-1 primair ontworpen als remote sensing -satelliet; een
volumineuze lichtgewichtconstruktie ter grootte van een stadsbus, met grote zonnepanelen
en een reusachtige SAR-radarantenne. Deze satelliet is dan ook goed met het blote oog te
volgen, vooral als de straal die uit de laserteleskoop komt de plaats aanwijst tussen de
sterren!
Geodesie wereldwijd
202