Vluchtelingenkamp Dukwe De twee geodeten wijdden zich met gehele overgave aan de stage, toch vergaten ze niet dat een belangrijk aspect van stage lopen in het buitenland ook het ontdekken van het land is. Je moet je kunnen inleven in de cultuur en de gewoontes van de streek. Natuurlijk hoort hier ook het buurland bij, vandaar dat de twee geodeten zich verplicht voelden een bezoekje te brengen aan Zimbabwe. Om Zimbabwe te bereiken moest er gelift worden. Liften is hèt vervoermiddel in Botswana, het is makkelijk, snel, veilig en iedereen doet het. Het is gebruikelijk dat je betaalt voor een lift, ongeveer 5 cent per km. Dat is ook de reden dat automobilisten zo snel stoppen om lifters mee te nemen, vooral wanneer de lifters blanke vrouwen zijn die geodesie studeren. In Zimbabwe aangekomen gingen de twee geodeten op verkenningstocht in Bulawayo, de tweede stad van het land. Al gauw hadden ze als twee rasechte Hollanders door dat alle produkten vier maal zo goedkoop waren als in Nederland. Verder profiteerden ze van alle westerse invloeden die Zimbabwe al bereikt hadden. Ze gingen luxe winkelen en lekker uit eten, waarbij soms vergeten werd dat ze nog steeds in Afrika waren. Na Bulawayo trokken de twee geodeten naar Matopos, een nationaal wildpark in Zimbabwe. De dieren waren niet in grote getale te vinden, waarschijnlijk hielden ze een winterslaap. De geodeten werden geconfronteerd met 1 nijlpaard, 1 wilde beest, 3 giraffen, wat apen en enkele impala's; gelukkig maakten de grote imposante rotsformaties van het wildpark alles weer goed. Tot slot werd er een bezoekje gebracht aan het graf van J. Rhodes, een soort geodeet want hij heeft geholpen om het zuiden van Afrika compleet op de wereldkaart te brengen, hij heeft namelijk Zimbabwe ontdekt, het vroegere Rhodesia. Het graf was te vinden op Geodesie wereldwijd 228

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1995 | | pagina 249