onder de knie had. Het zoeken naar fouten vergt veel tijd, vooral als je een denkfoutje hebt gemaakt, want om je denkwijze te veranderen als je van jezelf overtuigd bent, dat kost best wel wat moeite. Ik was daar in de vakantieperiode, wat erg vervelend was. Optimistisch was ik met mijn opdracht begonnen en ook bijna beëindigd, toen na drie weken de afdelingschef terugkwam en hij wilde toch net andere gegevens weergegeven zien. Op zich was dat niet verkeerd, want dan had ik weer een week wat te doen. Bij de afdeling Cartografie heb ik ook een week mogen vertoeven. Ik heb daar hoogtelij nen- en topografische kaarten gescand, en daarna geconverteerd zodat ze in Are Info ingelezen konden worden. De eerste dag had ik een aantal kaarten, 90 graden gedraaid gescand. Met de gedachte dat een digitale kaart te roteren erg veel tijd kost met het conversieprogramma, moest ik ze nog maar een keertje in de goede richting scannen. Achteraf bleek dat natuurlijk helemaal niet nodig te zijn. Na het commando tot conver teren ingetikt te hebben, moest ik gemiddeld ongeveer 2 uur wachten omdat het een grote dataset was. Maar vaak was er geen computer vrij, dus was het gemiddeld drie uur wach ten per kaart. (Zelfs 's nachts waren alle computers druk bezig). Tussendoor heb ik veel mensen leren kennen, die daar in opleiding waren. Het was gezellig om met mensen van eigen leeftijd te kletsen. Ik heb ook maar meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt om even in de off-set- en in de zeefdrukkerij te gaan kijken. De laatste drie weken was ik bij de afdeling 'bosbeheer', waar ze vooral met Gis bezig waren. Ze waren daar een Gis aan het bouwen voor het beheren van de bosgebieden wat gedaan wordt door de Förstamter. Dat hebben ze me heel enthousiast getoond en dat waren de enige mensen die niet om half vier zaten te wachten tot 4 uur, totdat ze naar huis mochten. (De meesten mensen beginnen wel 's morgens om half acht). Dus deze weken was het ook wat later "Feierabend" dan ervoor. Met de kaarten die ik bij cartografie gescand had, werd hier verder gewerkt. Ik had uiteindelijk 5 topografische kaartbladen met daarbij 5 hoogtlijnenkaarten. Deze moesten in Are Info samen gebracht worden tot een grote kaart. Dit kon op drie verschillende manieren en aan mij was de taak uit te zoeken wat de beste methode was (rekening houdend met tijd en nauwkeurigheid). Ik mocht nog het heuglijke feit meemaken dat er een nieuwe kleurenprinter op de afdeling kwam, die ik vervolgens mocht uitproberen. Jaaaah, het is mogelijk twee rasterfiles en een vectorfile samen te printen!! Echt nog nooit mensen zo blij gezien. De afdelingen onderling Wat erg grappig om te zien was, was dat er totaal geen verband tussen de afdelingen zat. Iedereen hield zich met zijn eigen werk bezig, en daar had niemand iets mee te maken. Voorbeeldje: De afdeling Bosbeheer wilde een nieuwe printer aanschaffen, maar men wist niet of die bepaalde printer genoeg capaciteiten had. Men kwam er per ongeluk achter dat de afdeling Cartografie deze printer had staan. Dus er werd netjes gevraagd: "Mogen we de printer een keer gebruiken om te kijken wat mogelijk is?" Antwoord: "Nee, want dan wil iedereen in het gebouw hier komen printen, en trouwens wat hebben jullie ons dan te bieden?" Dus moest de afdeling Bosbeheer eerst zelf de printer aanschaffen en gelukkig viel die goed in de smaak. Geodesie wereldwijd 236

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1995 | | pagina 257