je pain eet en de mensen hun nonchalante spel ziet spelen. En tous cas, Parisc'est merveilleux! Ach ja, al zijn de meeste dromen bedrog, Paris is een waargeworden droom. OK, er gebeuren ook die waardeloze dingen die in elke wat grotere stad tegenwoordig om een of andere reden moeten plaatsvinden. Regelmatig inbraken, autodiefstal, tasjesroof, oplichte rij, geen echte drop in de supermarkt... tja, als je op deze dingen gaat letten is het op veel plaatsen slecht (over)leven.... Wellicht naïef om een groot deel van deze zaken weg te cijferen, maar ja, wat ben ik nu gewend? Al met al moge duidelijk zijn, mijn liefde voor het Franse was en is nog steeds enormement groot. Goed dan nu waar het werkelyk om draait: De stage. Mijn stagebrief had ik, door middel van navraag bij professor Bogaerts, gericht geschre ven aan een medewerker van IGN. Na een maand gewacht te hebben kreeg ik ineens in één week twee brieven. In de eerste stond dat ik kon komen voor een stage, de andere was negatief. Toen ik gelijk belde, snapte ze er daar niets van. Al snel bleek dat mijn brief was vermenigvuldigd en toen verspreid over IGN en daardoor reageerden meerdere personen. Bij de onderafdeling COGIT kreeg ik een werkplek. Dit is een van de researchafdelingen van IGN, COGIT houdt zich bezig met generalisatie en speciaal het vangen van generali satie in algoritmen. (Een andere research afdeling, waar Geodesie contact mee heeft, is MATIS. Zij doen onderzoek naar automatische detectie uit luchtbeelden.) Als probleem kreeg ik: het schrijven van een algoritme dat in staat is lijnen te categorise ren aan de hand van een aantal parameters. Het nut hiervan is dat men op deze manier al voorhande zijnde lijn-generalisatiealgoritmes kan testen en een keuze kan maken welk algoritme het beste is. Dit zal ik proberen duidelijk te maken. Er zijn zeer veel verschillende theorieën over generaliseren, daardoor veel algoritmen die ook weer zelf allerlei parameters hebben. Elk algoritme heeft zo zijn eigen karakteristie ken en lijnen, die het best worden gegeneraliseerd. Men kan hier over best en beter spreken in de zin van, er gaat een lijn in dit algoritme, er komt een lijn uit, wat is er van over gebleven? Zijn de karakteristieken gebleven? Is het nog als bergweggetje herkenbaar of is het een snelweg naar de top geworden? Belangrijk hierbij op te merken is, dat dit in Nederland nauwelijks een probleem zal zijn (alles is rechter dan recht). Ook is het van belang wat er in werkelijkheid gebeurt, worden er punten in een lijn weggegooid of alleen verschoven? Hieruit vloeide een 'generalisatie waarderingsalgoritme' voort. Dat dit niet helemaal een uit de lucht gegrepen nieuw iets is blijkt uit het feit dat er nog aardig wat literatuur voorhanden was. Voornamelijk van een voornaam Amerikaans cartograaf, Buttenfield. De Buttenfield parameters waren geboren! Het werkelijke schrijven van het programma gebeurde in samenwerking met een informatica student. Hierdoor kon ik mij volledig op het cartografische deel storten en geen tijd verspillen aan het mij eigen maken van weer een nieuwe taal: ADA. Na enige tijd was dit programma geschreven. Uitdraaien en grafiekjes werden toen gemaakt. De interpretatie kon beginnen. Dit was erg moeilijk, aangezien het redelijk subjectief was en zich moeilijk liet uitdrukken in getallen. Maar al met al heb ik het één en ander kunnen interpreteren. Een promovendus zal hier onder andere mee verdergaan. Stages over de grenzen 249

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1995 | | pagina 270