Dat was echter nog lang niet aan de orde, en dus moesten we eerst maar eens aan het werk. Onze "werkgever" was het MUPO (Mutharajawela United People's Organisation). Dit is een bevolkingsorganisatie in een moerassig gebied, waar zo'n kleine 4000 mensen wonen. Deze mensen wonen, voornamelijk illegaal, verspreid over een aantal kleine dorpjes, waar de levensomstandigheden abominabel zijn. Het MUPO probeert hier wat aan te doen, en gebruikt hiervoor de hulp van voornamelijk Delftse studenten. De dage lijkse leiding van het MUPO is in handen van Yanodaya (dit betekent zoiets als verlich ting). Dit is een team van zo'n 10 mensen, die elk met hun eigen taken de bewoners van het moeras proberen te helpen en te stimuleren. Zo onderhoudt Yanodaya een bibliotheek, zij houdt de financiën bij, zij organiseert workshops, zij zorgt voor goedkope inkoop en distributie van voedsel, zij onderhoudt de contacten met de overheid, etc. Bovendien onderhoudt Yanodaya de contacten met de studenten, zoals ons. Dit gebeurt voornamelijk via Mr. Lerins Peries, de leider van Yanodaya, en ook degene die het best Engels spreekt, en dat scheelt. Met deze man overlegden wij bijna iedere dag, en hij introduceerde ons ook aan allerlei mensen die we nodig hadden. Voor het technische gedeelte bleek later ook Mr. Tissa heel belangrijk te zijn, maar door zijn gebrekkige Engels, en ons nog steeds veel gebrekkiger Singalees, was overleg met hem moeilijk. Hij nam ons wel overal mee naar toe, en liet ons de relevante delen van het moeras zien. Het werk vond voornamelijk thuis plaats, want een kantoor ofzo was er natuurlijk niet voor ons. Stond ons in het begin slechts een oud typemachientje ter beschikking, later wisten wij via een aangeschoten ambassadefunctionaris op een feestje, een prehistorische computer los te weken, waardoor wij iets sneller konden werken. Verder moesten wij regelmatig voor ons werk naar Colombo, waar de meeste overheidsorganisaties zaten, hetgeen wij met de motor, danwel met de overvolle bussen, die vrij onregelmatig reden, deden. Ook in Negombo, een plaats in het Noorden van het moeras waren we wel eens aan het werk, omdat daar een Nederlandse ontwikkelingswerker zat met een computer. Het werk Ons werk bestond uit verschillende onderdelen. Om de onzekere eigendomstoestand voor de bewoners van het moeras te analyseren zouden we beginnen met een onderzoek naar de eigendomsverhoudingen binnen het moeras. Dit was een stuk lastiger dan het leek. Na enig zoekwerk bij verschillende overheidsinstanties bleek de administratie op een voor ons niet zo erg handige manier georganiseerd te zijn. Op notaris. Dit betekent dat je eerst een huidige of voormalige eigenaar moet hebben, zodat je zijn notaris kan vinden, en dan kun je verder zoeken, want in de akte staat wel een verwijzing naar de vorige akte. Aangezien het moeras vroeger uit rijstvelden bestond, dichter bevolkt was, en door verzilting van de grond gewoon verlaten, was het volkomen onduidelijk wie de huidige of voormalige eigenaar was, zodat deze zoekwijze vrijwel onmogelijk was. De overheid claimde dat het meeste land van haar was, en vond in ieder geval dat zij de grond mocht uitgeven, dus hebben we dit probleem voorlopig maar onopgelost gelaten. De bewoners van het moeras, onze werkgevers eigenlijk, staan naast de onzekerheid over het eigendom van de grond waarop zij wonen, aan nog een heel aantal problemen bloot. Geodesie wereldwijd 272

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1995 | | pagina 293