open. Onze eerste voet op Vietnamese bodem en de autorit van het vliegveld naar Hanoi was een ware cultuurschok: fietsers, toeterende auto's op de verkeerde weghelft, overal mensen bepakt en bezakt, ossen en kippen. In één woord chaos. Van de huizen zouden in Nederland zeker 70% onbewoonbaar verklaard worden. Deze eerste indrukken zouden we niet gauw vergeten, al kwamen er in de volgende maanden wel vele waardevolle en mooie indrukken bij. Eten met stokjes Eten aan de straat in een klein stalletje, het leek wel een poppenhuis de eerste keer: kleine krukjes, kleine tafeltjes; waar laat je je knieën op zo'n moment? Iedere avond gingen we op zoek naar eten. Overal is eten uitgestald in woninkjes, omge bouwd tot restaurantjes. Je kunt aanwijzen wat je wil hebben en dat is handig met zo'n lastige taal als het Vietnamees. Trouwens, "Mag ik een loempia, alstublieft?" dat verstaat niemand, want in Vietnam heet deze bekende snack "nem". En natuurlijk wordt er gegeten met stokjes. Dat was wennen. De eerste week kregen we veelvuldig een lepel aangeboden, als ze ons zagen stuntelen met de stokjes en de rijst- kommetjes. Het was dan wel even honger lijden, maar gelukkig: "oefening baart kunst". Toestemming met rode stempels Vietnam maakt de laatste drie jaar een politiek van vernieuwing door, "Doi Moi" in het Vietnamees (zoiets als perestroika in de Sovjet Unie), maar toestemming met veel brieven en veel rode communistische stempels is bijna nog voor alles nodig. Onze eerste werk week bij onze stageplaats "Land and Housing Department of the People's Committee of Hanoi" (een soort volkshuisvestingsbureau van de gemeente) had hier alles mee te maken. Onze hoogste chef heette ons welkom, maar wilde wel eerst een brief met toestemming van een nog hogere baas (de vice-president) dat wij "2 studenten uit Ha-lan" bij zijn kan toor kwamen werken. Het duurde een week om de brief te regelen, de truc om geld te schuiven hadden we nog niet door. Dit zou niet de eerste en laatste brief zijn die we nodig hadden voor het werk. De mensen van ons kantoor waren belangstellend en bereidwillig om alles voor ons te regelen, echter zij zaten net als alle anderen in het systeem van hiërarchie. Er zouden zo nog vele brieven in de loop der tijd volgen. Nguyên Thanh Tü De afdeling waar we werkten was de "Cadastral Division", waar ms. Tü als pas afgestu deerde geodetische ingenieur werkte. Ze was de enige van de afdeling die "wat engels" sprak, en zodoende werd zij als onze begeleidster naar voren geduwd. In de avonduren nam ze haar vriendin mee die als arts veel in aanraking kwam met buitenlanders en zodoende goed engels sprak, zo bespraken wij de dingen van ons onderzoek. Het kantoor van de kadastrale divisie bestond uit 6 tafels en 20 mensen, dit alles op 25 m2. Wij namen minstens 4x zoveel ruimte in als een Vietnamees. Er werd ons een tafel Geodesie wereldwijd 288

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1995 | | pagina 309