en SLR tot stand gekomen mondiale netwerk van fundamentele punten. De laatste paar
jaar is echter duidelijk geworden - mede op basis van binnen IGS-verband bereikte
resultaten - dat GPS ook significante bijdragen kan leveren bij het vastleggen van
mondiale referentiesystemen. Voor een interessant overzicht, wordt verwezen naar de
bijdragen aan de onlangs in Delft gehouden International School 'GPS for Geodesy'.
Een onderlinge vergelijking van GPS, VLBI en SLR leert ons - tenminste voorzover het
hun betekenis voor de geodesie betreft - dat er zowel belangrijke overeenkomsten als
verschillen bestaan tussen deze drie ruimtemethoden. Met alle drie de ruimtemethoden is
zeer precieze mondiale relatieve puntsbepaling mogelijk. Hierbij heeft GPS het grote
voordeel van weersonafhankelijkheid (zo is SLR erg afhankelijk van de weerscondities) en
het voordeel van eenvoud in operationele uitvoering. VLBI is echter nog steeds de enige
geodetische ruimtemethode waarmee een directe koppeling met het buitenaardse inertiaal-
stelsel gelegd kan worden; een koppeling die onder andere van belang is voor de bepaling
van de cumulatieve aardrotatie (UT1) en de dagelijkse gang van de aardse rotatiepool. Bij
VLBI daarentegen, ontbreekt weer de verbinding met het aardse zwaartekrachtsveld. Op
dit terrein heeft SLR een lange staat van dienst, in het bijzonder als het gaat om de
verbinding met het aardse massamiddelpunt. En voor wat betreft de mondiale punts
bepaling, is het weer van belang op te merken - in het bijzonder als het om de hoogte
component gaat - dat de SLR-waarnemingen, in tegenstelling tot die van GPS en VLBI,
ongevoelig zijn voor de ionosfeer en de 'natte' troposfeer. Ondanks de plaats die GPS
zich voor wat betreft de mondiale puntsbepaling verworven heeft, moet GPS dus eerder
als 'aanvulling op' dan als 'opvolger van' de traditionele ruimtemethoden beschouwd
worden.
De internationale GPS-dienst IGS
Het grote belang van GPS voor de mondiale puntsbepaling is vroegtijdig erkend door de
International Association of Geodesy (IAG). Dit heeft ertoe geleid dat de International
Union of Geodesy and Geophysics (IUGG) op initiatief van de IAG in 1991 op haar XX-
de General Assembly in Wenen besloten heeft een internationaal opererende GPS-dienst
op te zetten, de 'International GPS Service for Geodynamics' (IGS). Na een uitgebreide
initialisatie- en testfase in 1992/1993, is het IGS per 1 januari 1994 officieel van start
gegaan. Het IGS bestaat globaal uit: (1) een mondiaal netwerk van GPS volgstations:
'core stations' en 'fiducial stations', (figuur 2), (2); Data Centers; en (3) Analysis
Centers.
Het waarnemings-materiaal van de continu opererende GPS-volgstations wordt door de
'Data Centers' ontvangen, gearchiveerd en in gestandaardiseerde elektronische uit-
wisselings-documenten opgeslagen. Het op deze wijze vastgelegde waarnemingsmateriaal
wordt dan door de 'Analysis Centers' gebruikt voor verwerking en oplevering van de
mondiale oplossings-resultaten. Dit wordt zowel op continue basis gedaan, waarbij de
resultaten met een vertraging van enkele dagen beschikbaar komen, als ook op basis van
specifieke datasets.
De zogenaamde 'IGS-produkten' welke aan de wetenschappelijke gemeenschap ter
beschikking gesteld worden, behelzen naast de vrijgegeven informatie over de GPS-
Technische ontwikkelingen
15