Technische ontwikkelingen
meerduidigheden zijn sterk gedecorreleerd en veel preciezer dan de oorspronkelijke
meerduidigheden. Figuur 7 laat een uit het tijdschrift GPS-World overgenomen twee
dimensionaal voorbeeld van de stapsgewijze decorrelatie zien. Praktische voorbeelden van
de met de methode bereikte resultaten kan men vinden in [de Jonge en Tiberius, 1994],
[Goad en Yang, 1994] en [Teunissen, 1994].
Fig.7. Een twee-dimensionaal voorbeeld van de stapsgewijze decorrelatie van de geheeltallige
fasemeerduidigheden [Teunissen e.a., 1995]
Het valideren van de fasemeerduidigheden
Als resultaat van de Lambda-methode worden de geheeltallige kleinste-kwadraten
schattingen van de fasemeerduidigheden verkregen. Maar dan zijn we er nog niet, want
hoe is het gesteld met de kwaliteit van deze oplossing? Met het stellen van deze vraag zijn
we dan ook bij het validatieprobleem aangekomen. In de standaard vereffenings- en
toetsingstheorie zijn we gewend - tenminste als we van normaal verdeelde waarnemings
grootheden mogen uitgaan - om de kwaliteit van de oplossing te beoordelen op basis van
de eerste twee momenten van de schatters. Het eerste moment (de mathematische
verwachting) is gekoppeld aan betrouwbaarheid en het tweede moment (de mathematische
dispersie) is gekoppeld aan precisie. Willen we deze validatieopzet ook kunnen toepassen
op de geheeltallige kleinste-kwadraten schatters van de fasemeerduidigheden, dan zullen
we toch eerst de kansdichtheidsfunctie van deze schatters moeten kennen. En hier nu ligt
nog steeds het probleem (zie ook de discussie in het Snellius Lustrumboek 1985-1990
[Teunissen, 1990a]); dat wil zeggen: een strenge beschrijving van de discrete kansdicht
heidsfunctie van de fasemeerduidigheden ontbreekt nog steeds. Gelukkig is in de laatste
paar jaren op het gebied van het valideren van de oplossing van de fasemeerduidigheden
wel enige vooruitgang geboekt. Het ontbreken van de juiste verdelingen maakt een
objectieve kwantificering van het vertrouwen dat gesteld kan worden in de geheeltallige
kleinste-kwadraten oplossingen echter nog steeds onmogelijk.
De validatieprocedure die nu in de praktijk wordt gebruikt en die redelijk tot goed blijkt
te werken, kan in het kort als volgt worden beschreven. De validatie omvat twee toetsen:
25