len. De vraag is of voor dit soort produkten de WPR van toepassing is. Dit laatste hangt
in de eerste plaats af van de aard van de bestanden. De uitzondering van artikel 2 WPR
geldt in principe alleen voor de in het Burgerlijk Wetboek en de Kadasterwet genoemden
openbare registers en kadastrale registratie.
De WPR geldt wel voor het Kadaster als het gaat om bestanden die persoonsgegevens
bevatten, maar apart van de AKR of de openbare registers worden gehouden. Dus niet
voor statistische gegevensbestanden die worden afgeleid uit de kadastrale registratie; die
staan weliswaar naast de kadastrale registratie, maar omdat deze veelal geen persoonsge
gevens bevatten is de WPR hierop niet van toepassing. Een voorbeeld hiervan is het
bestand betreffende de prijsontwikkeling van koopwoningen. De inhoud hiervan is niet tot
individuele personen herleidbaar.
Dit ligt anders bij produkten als PAP en 6PPC-bestanden. Bij de Perceels-adres-
plaatscoördinaten (PAP) gaat het om gegevens die aan de kadastrale registratie ontleend
zijn en die het mogelijk maken om te koppelen tussen adres, kadastraal perceel en
coördinaten. Zo kan een selectie van een bepaald gebied worden gemaakt. Ook de '6-
Positie Postcode Coördinaten' (6PPC) bestanden zijn uit de kadastrale registratie afgeleid
en bevatten het zwaartepunt in coördinaten per postcodegebied. Hiermee kunnen admini
stratieve gegevensbestanden met digitale kaarten worden gekoppeld in een Geografisch
Informatie Systeem (GIS). Het gaat hierbij om de 6-positie postcode en dus om straatde-
len, dat wil zeggen relatief kleinschalige gebieden. Hieraan blijkt een redelijke behoefte te
bestaan.
Van dit soort bestanden kan met recht de vraag worden gesteld of de WPR hierop van
toepassing is. De stelling valt te verdedigen dat dit niet het geval is, omdat de gegevens
deel uitmaken van de kadastrale registratie. Dit zou wel gelden bij de afnemers, maar
daar bevatten de bestanden geen persoonsgegevens meer en dus vallen die er ook buiten.
Men kan echter ook een andere mening zijn toegedaan, nu deze gegevens door een
eenvoudige koppeling wel tot individuele personen herleidbaar zijn. In ieder geval is het
mogelijk dat een WPR-plichtig bestand ontstaat, wanneer de gebruiker er weer andere
gegevens zoals persoonsgegevens aan toevoegt.
Privacyreglement Kadaster
Onlangs heeft het Kadaster dan ook een standpunt ingenomen inzake de bescherming van
de persoonlijke levenssfeer bij verstrekking van gegevens uit door het Kadaster bijgehou
den bestanden10. Het gaat daarbij met name om het verstrekken van selecties en deelver
zamelingen. Onder een selectie wordt door het Kadaster verstaan het ontlenen van
gegevens aan de registratie (op grond van bepaalde kenmerken) en deze zodanig samen
voegen dat daardoor een nieuw soort informatie ontstaat, dat voorheen niet zo gemakke
lijk aan de registratie kon worden ontleend. De selectie dient te worden onderscheiden
Technische ontwikkelingen
P. Schreuder - Privacy en het gebruik van Geo-informatie, in: Proceedings JEC-GI '95,
1995
37