De basisstructuur van een stad, het stratenpatroon, de grachtengordel, de plaats en vorm van het marktplein, ligt vaak eeuwenlang vast. In Oudewater, Gouda, Utrecht of Haarlem zijn nog steeds de basisvormen van het allereerste begin (ongeveer 750 jaar geleden) terug te vinden. Ook Amsterdam kent nog steeds de Oudezijds en Nieuwezijds Voorburg- en Achterburgwal. Hier is met name de relatie met het H totaal veranderd door de aanleg van het spoor en het stations-eiland en ook de Dam en de as van CS naar Dam zullen voor de Middeleeuwer niet herkenbaar zijn. Maar de basisstructuur is nog steeds die van de kaart van Cornelisz Anthonisz van 1538 en de Dam, aangelegd in 1278, is nog steeds structuurbepalend. Op die basisstructuur worden gebouwen gebouwd. De grachtengordel van Amsterdam, aangelegd en vrijwel geheel volgebouwd in de 17e eeuw, is daarvan een schitterend voorbeeld. De zeer precies vastgelegde perceelstructuur (typisch geodetenwerk, accuraat, fijnzinnig met gevoel voor finesse) is de basis van de grachtenhuizen met hun steeds veranderend ritme van gevelhoogte, raamverdeling en versieringen. De panden uit de 17e eeuw staan er voor een belangrijk deel nog steeds, maar de vastgelegde gordelstructuur verhindert niet dat gebouwen worden afgebroken en vervangen. Gebouwen staan gemiddeld niet langer dan 100 jaar. De Amsterdamse binnenstad is, door de kwaliteit van de bouw, een uitzondering. En in de wisselwerking van gebouw en omgeving vindt het leven van de stad plaats. In ritmes die veel sneller veranderen dan de gebouwen. Huurders blijven gemiddeld 10 jaar in eenzelfde woning. Ook ongeveer 1 x per 10 jaar verwisselt een pand van eigenaar. Scholen blijven lang staan, maar de schoolbevolking wisselt snel (na 7 of 8 jaar is geen leerling meer op dezelfde school) en ook de bevolkingsopbouw in een wijk of stadsdeel ondergaat elke 10 jaar een soort metamorfose. Of er komen veel nieuwe bewoners, of de bewoners blijven, worden ouder en het eens zo kinderrijke gebied vergrijst en krijgt daardoor een heel ander gezicht. Maar 'hetzelfde' blijven, nee dan kan niet. En het is het leven in de stad dat nu als het ware in een stroomversnelling is geraakt. De vernieuwing en verandering van de stad is, zeker als we dat tot 5 jaar beperken, vooral een kwestie van 'het leven in de stad', maar dan voor de bouwkundige of stedebouwkun- dige structuur. Het leven in de stad, het besef van wat een stad is, de stad zelf als fysieke structuur en als waardevol bezit van onze samenleving: het hangt allemaal met elkaar samen. Ik ga op alle drie kort in. Het leven in de stad is momenteel wel heel sterk aan verandering onderhevig. Enkele feiten en prognoses om dit te laten zien. Allereerst de samenstelling van de bevolking. Kijk eens naar dit staatje, dat betrekking heeft op de drie grote steden: Technische ontwikkelingen 45

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1995 | | pagina 68