Het Nederlandse beleid
Water
van markten een argument zijn om gegevens niet vrij te verstrekken. Het maken
van satellietopnamen (bijvoorbeeld Landsat of SPOT) is mogelijk door de
investering van (de belastingbetalers van) één land. Het gratis verstrekken van
deze beelden aan afnemers uit andere landen is onlogisch.
Een voorbeeld waar de meeste geografische overheidsgegevens vrij toegankelijk
zijn, is de federale overheid van de Verenigde Staten van Amerika (zie bijvoorbeeld
http://www.usgs.gov voor gratis geografische gegevens).
Sinds midden jaren tachtig is het kostendekkend verstrekken van
overheidsgegevens het heersende beleid van de Nederlandse overheid geweest.
Een duidelijk beleid op het gebied van het toestaan van marktactiviteiten door de
overheid en de principes waarop een prijs voor overheidsinformatie wordt
gebaseerd bestonden echter niet [7].
In 1994 heeft het kabinet in het Nationaal Actieprogramma Elektronische
Snelwegen uitgesproken dat de overheid een voorbeeldfunctie heeft te vervullen
bij de toepassing van Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) (actielijn
5). Hoe de Nederlandse overheid volgens het kabinet moet omgaan met haar
(geografische) informatieschat is opgepakt in de nota "Naar toegankelijkheid
van overheidsinformatie" en het rapport "Markt en Overheid". Deze rapporten
vormen samen met de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) de hoekstenen van
het huidige beleid van het kabinet omtrent de toegankelijkheid en de
commercialisering van overheidsgegevens.
Wet openbaarheid van bestuur (Wob)
Het doel van de Wob is allereerst de burgers meer bij de democratische
besluitvorming te betrekken. Uitgangspunt van de Wob is dat een verzoek om
informatie, neergelegd in documenten over een bestuurlijke gelegenheid, in
beginsel moet worden ingewilligd. Daarnaast moet een bestuursorgaan uit eigen
beweging informatie verstrekken over beleid, voorbereiding en uitvoering daarvan
voorzover dat in belang is van "een goede en democratische bestuursvoering".
Het uitgangspunt bij de berekening van de vergoeding die voor Wob-
verstrekkingen in rekening worden gebracht, is dat deze maximaal de
verstrekkingskosten mag belopen [5].
De Nota naar toegankelijkheid van overheidsinformatie
De nota (Ministerie van Binnenlandse Zaken 1997) is een uitwerking van de
eerdere beleidslijn (BIOS III) dat de communicatie tussen overheid enerzijds en
bedrijfsleven en burger anderzijds door het gebruik van informatietechnologie
moet worden bevorderd.
De nota geeft aan dat het omzetten van gegevens tot commerciële producten
waarmee winsten worden gegenereerd niet uit belastinggelden mogen worden
bekostigd: bestuursorganen dienen zich te beperken tot nun publieke taak. De
Topografische Dienst zou dus strikt genomen geen fietskaarten mogen maken en
verkopen, tenzij dit tot haar publieke taak wordt gemaakt. De beperking tot de
publieke taak leidt, zoals de nota terecht opmerkt tot een paradoxale conclusie
van het "dilemma van de publieke taak": om gegevens toegankelijk te maken
voor het bedrijfsleven, moet de overheid deze gegevens eerst geschikt maken en
de toegang tot die gegevens organiseren en daarvoor bovendien een reële
vergoeding mogen vragen. Maar dit kunnen zij niet doen als zij zich strikt aan
hun publieke taak moeten houden [3]. Met als gevolg dat voor de samenleving
nuttige producten niet worden gemaakt omdat de overheid dat niet mag en de
private sector dat niet kan of wil.
89