Water
tot een verbetering van de toegankelijkheid van overheidsinformatie leiden. Die
bewerkingsslagen hoeven niet tot de kerntaken van de overheidsorganisatie te
behoren of binnen de publieke taak van die organisatie te vallen. De
verantwoordelijke minister mag dat doen wanneer de private sector hierin
vooralsnog niet kan voorzien en het toegankelijk maken van die
overheidsinformatie van groot maatschappelijk belang wordt geacht [8]. Deze
bewerkte publieke gegevens kunnen vervolgens beschikbaar worden gesteld
aan derden. Hiermee is een oplossing gevonden voor "het dilemma van de
publieke taak".
Meer gelijke concurrentieverhoudingen op informatiemarkten kunnen volgens
de ministers worden gerealiseerd als overheidsgegevens op de volgende wijze
worden verstrekt:
- door aan iedereen gegevens te verstrekken onder dezelfde voorwaarden en
alle afnemers onder dezelfde voorwaarden toegang krijgen tot de gegevens;
door aan iedereen dezelfde prijs te vragen;
door het uitgeven van licenties door middel van openbare veilingen aan
private partijen, die de bestanden vervolgens kunnen bewerken en
exploiteren. Hierbij moet de looptijd van de licentie beperkt zijn, zodat
periodiek sprake kan zijn van concurrentie.
Gevolgen van het beleid voor overheden met geografische gegevens
De nieuwe richting van het beleid heeft gevolgen (gehad) voor de
overheidsinstanties die beschikken over databanken vol geografische gegevens.
Hier worden het Kadaster en de Meetkundige Dienst besproken.
Het Kadaster
Sinds 1 994 is het Kadaster een ZBO. Dit betekent onder andere dat het Kadaster
haar publieke taken 1 00% kostendekkend moet uitvoeren (dus boven het dubbeltje
per kopie ook de salariskosten van de kopieerder en de kosten van de
kopieermachine berekenen).
In maart 1 998 heeft het onderzoeksbureau Berenschot/Bestad voor het ministerie
van Volkhuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) de
verzelfstandiging van het Kadaster geëvalueerd [4]. Het bureau geeft aan dat
de activiteiten van Kadata2 onder het regime van "Markt en Overheid" zouden
moeten vallen. Tevens werd aanbevolen om alle marktpartijen met dezelfde
randvoorwaarden te confronteren. Dit zou onder andere bereikt kunnen worden
door marktpartijen onder dezelfde condities als Kadata toegang te geven tot de
publieke gegevensbestanden van het Kadaster.
Echter na het uitkomen van het evaluatierapport, verschijnt de nadere invulling
aan het beleid door Economische Zaken en Justitie (juni 1998). In een reactie
op het evaluatierapport volgt de staatssecretaris van VROM zijn collega-ministers
[27]. Hij acht het van groot maatschappelijk belang om de toegankelijkheid
van de Kadastergegevens, ook buiten de directe uitvoerina van de Kadasterwet
om, te bevorderen (en zelfs toe te voegen aan de publieke taken van het Kadaster).
Dit betekent dat het Kadaster (Kadata) uit haar eigen gegevensbank halffabrikaten
mag produceren om de toegankelijkheid van de kadasterinformatie voor alle
marktpartijen te vergroten. Of de private sector dit niet kan doen, is voor het
gemak maar buiten beschouwing gelaten. Wel geldt dat alle afnemers van de
door het Kadaster geproduceerde halffabrikaten onder gelijke condities toegang
moeten krijgen tot deze halffabrikaten. De keuze van de staatssecretaris betekent
dat marktpartijen geen directe toegang hoeft te worden gegeven tot de publieke
basisbestanden bij het Kadaster. Daarbij moet waarschijnlijk meer betaald worden
dan alleen de verstrekkingskosten.
2 Kadata is in 1 996 opgericht om de basisgegevens van het Kadaster te verrijken en te
commercialiseren. Anno 2000, is het weer een onderdeel van het Kadaster, dat zich richt op
het hanteerbaar maken van de basis vastgoedinformatie van het Kadaster voor derden.
91