Water
bestaat zijn niet (altijd) vrij toegankelijk. De mogelijkheid om vele gegevens,
waaronder de geografische gegevens, bij de overheid te kunnen beschermen
met auteursrecht en zelfs databankrecht doet afbreuk aan de wens van het kabinet
om de toegang tot deze gegevens te vergemakkelijken. Een (Europese) richtlijn
als het niet meer voorbehouden van het auteursrecht voor overheidsgegevens
zou die toegang kunnen verbeteren.
B. Onderscheid tussen analoge en digitale gegevens
In de nota "Naar toegankelijkheid van overheidsgegevens" wordt onderscheid
gemaakt tussen analoge en digitale gegevens. De elektronische gegevens kunnen
in principe, volgens het kabinet, niet onder de Wob vallen. De Wob vereist namelijk
dat een verzoek om informatie een "bestuurlijke aangelegenheid" moet betreffen.
Het kabinet concludeert dat veel van de informatie die met bestanden kan worden
gemaakt en die ook voor andere dan bestuurlijke doeleinden kan worden
aangewend, niet opvraagbaar is onder de Wob.
Het onderscheid lijkt echter niet erg bevorderlijk voor de door de wetgever
voorgestane cultuur van openheid [5]. Ook anderen maken geen onderscheid
tussen digitale en analoge overheidsgegevens [6,20].
De nota merkt wel terecht op, dat met elektronische gegevens een grote variëteit
aan informatie kan worden gemaakt. Dat het kabinet besloot deze gegevens niet
onder de Wob te laten vallen, is misschien nog begrijpelijk. Echter hoe de toegang
tot deze gegevens dan wel zou kunnen worden geregeld is niet aangegeven. Met
als gevolg dat de status quo gehandhaafd blijft en dat overheden hun elektronische
gegevens op contractbasis verstrekken en/of tegen hoge kosten. Die contracten
en hoge kosten waren nu net mede verantwoordelijk voor het wegblijven van de
private sector op de geo-informatiemarkt in Nederland [1 9].
C. Licenties
Het huidige beleid biedt een overheidsinstantie de mogelijkheid om haar gegevens,
die niet op basis van de Wob hoeven te worden verstrekt, via een licentie te
verstrekken aan derden [26]. Dit zou dan moeten gebeuren door middel van een
veiling zoals we dat van de mobiele telefonie kennen. Een beperkt aantal partijen
krijgt dan dus toegang tot de gegevens van de overheid en betaalt daarvoor. Het
kabinet verwacht dat hierdoor periodiek sprake kan zijn van concurrentie. Dit
beleid kan worden gerechtvaardigd voor het uitgeven van mobiele telefonie
licenties; teveel frequenties kan leiden tot storingen van telefoon en wellicht andere
elektronische middelen en daar zit niemand op te wachten. Maar welk gevaar
kent het aan iedereen geven van toegang tot geografische overheidsgegevens?
Bovendien hebben na afloop van de licentieperiode de oude licentiehouders
ervaring met de verwerking van de gegevens opgedaan, zijn hun bedrijfsprocessen
aangepast en kunnen dus (sterk) bevoordeeld zijn ten opzichte van nieuwkomers.
De licentie optie is gewoonweg een manier voor de overheid om geld te verdienen
aan (de toegang tot) hun gegevens. De mogelijkheid van het verkopen van
overheidsgegevens via een licentie leidt dus niet tot de vergroting van de
toegankelijkheid maar juist tot een verkleining van de toegang tot de
overheidsgegevens.
D. Zelfstandige bestuursorganen
Eén van de voorwaarden voor de oprichting van de ZBO's is dat deze organen
kostendekkend moeten werken. Alles wat er aan kosten uitgaat, moet er ook
weer in komen. De ZBO's zijn hierdoor gedwongen door middel van de verkoop
van hun producten in ieder geval de kosten die gemaakt zijn met de productie
terug te verdienen.
Het is dus geen wonder dat, als we de praktijk kritisch bekijken, volgens de hier
gehanteerde definitie de Nederlandse overheid zijn (geografische) gegevens
commercialiseert en daartoe steeds meer mogelijkheden ziet.
93