Lucht 3 Semi-automatisch karteren 113 Figuur 4: Enkele foto met lijnmetingen (links) en de reconstructie (rechts). De luchtfotogram metrische kartering zal in de toekomst steeds verdergaand ondersteund worden door technieken uit de beeldverwerking. Een volledige automatische beeldinterpretatie wordt niet mogelijk geacht. Een door beeldverwerkingssoftware ondersteunde kartering wordt semi-automatisch genoemd. Deze paragraaf schetst het onderzoek op het gebied van de semi- automatische kartering. Naast de genoemde onderwerpen is onderzoek gedaan naar de integratie van GPS en INS in de luchtfotogrammetrie. Op dit onderwerp zal hier niet nader worden ingegaan. 3.1 Extractie van wegen Op het gebied van de semi-automatische kartering wordt in Delft al ruim 10 jaar onderzoek verricht. De eerste projecten richtten zich op de kennis-gebaseerde interpretatie van recente luchtfoto's voor de bijhouding van wegenkaarten. Deze luchtfoto-interpretatie maakt gebruik van verouderde of incomplete kaarten om het zoekproces naar nieuwe Kaartelementen te starten. In de gekozen aanpak werd een hoge graad van automatisering nagestreefd. Er werden bottom-up (segmentatie en object herkenning) en top-down strategieën (genereren van hypothesen en detectie van inconsistenties) gecombineerd. De daarbij gebruikte kennisdatabase speelt een belangrijke rol bij het succes van de interpretatiestrategie. De complexe beeldinhoud van luchtfoto's maakt het noodzakelijk om betekenisvolle delen van het wegennet te herkennen in plaats van alleen lijnvormige structuren. Daarom is veel aandacht besteed aan het modelleren van de benodigde kennis. Semantische netwerken en een hiërarchische structuur van objectklassen zijn ontwikkeld voor toepassing op verschillende fotoschalen. Figuur 5 Een deel van een luchtfoto (links) en de gedetecteerde wegen (rechts). Op basis van de gedetecteerde afslagen en viaducten worden aansluitende nieuwe wegen automatisch gevolgd.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 2000 | | pagina 124