Beschikbaarheid van IGEX-98 data
Lustrumboek "The 5th Element"
model test, een bepaalde grootte overschrijdt. In de Identificatie stap worden de
zgn. slippage toetswaarden bepaald, die behoren bij elk van de beschouwde
alternatieve hypothesen. De alternatieve hypothese met de grootste slippage
toetswaarde wordt geacht de gedetecteerde modelfout te beschrijven.
De integrity monitoring functies zijn ontwikkeld vanuit de gedachte dat ze
onafhankelijk moeten zijn van de toepassing waarvoor de GPS/GLONASS data
is verzameld [4]. Zij maken daarom geen gebruik van externe informatie over
satelliet- en ontvangerposities, hun snelheden en klokgedrag of atmosferische
informatie. Dit wordt bereikt door uit te gaan van het geometrievrije model voor
de waarnemings- en dynamische modellen [3][7]. In het geometrievrije model
zijn de waarnemingen niet gelineariseerd om de stationsposities. In plaats daarvan
bestaan de onbekende parameters uit de pseudo-atstand tussen satelliet en
ontvanger (de som van geometrische afstand, ontvanger- en satellietklokfouten
en troposferische effecten).
De data wordt voor elke satelliet afzonderlijk verwerkt. Hierdoor is geen minimum
aantal satellieten nodig voorde integrity monitoring functies. Hoewel het mogelijk
is een dynamisch model voor de pseudo-afstand te gebruiken in de vorm van
een polynoom van lage orde, is dit slechts haalbaar indien het waarnemingsinterval
klein is en de klokken regelmatig verlopen met de tijd. In de praktijk wordt aan
deze voorwaarden vaak niet voldaan (het waarnemingsinterval gebruikt voor
IGEX-98 bedraagt 30 seconden). Da arom worden afstand, klokken en
troposferisch effect geëlimineerd, simpelweg dooréén waarneming van de overige
af te trekken. De overblijvende parameters bestaan uit ionosferische effecten
(met een bias t.g.v. fasemeerduidigheden en/of hardware vertragingen) en de
offset tussen PI en C/A codewaarnemingen (indien deze waarnemingen
beschikbaar zijn). Het ionosferisch effect wordt gemodelleerd met een eerste
orde proces, dat wordt gekarakteriseerd door de spectrale dichtheid. Zoals
aangetoond in [5] en [6], is het met de hierboven beschreven aanpak mogelijk
cycle slips ter grootte van één periode te vinden in de fasewaarnemingen, zelfs
voor grote waarnemingsintervallen.
Naast de integrity monitoring van IGEX-98 GLONASS data, is er voor de analyse
van deze data ook gebruik gemaakt van een eenvoudige telling van het aantal
beschikbare (of ontbrekende) twee-frequentiewaarnemingen. Dit is per satelliet
en per dag gedaan voor een aantal IGEX-98 volgstations, zie tabel 1In dit
hoofdstuk zullen enkele opvallende resultaten worden besproken.
Begin april 1999 is de GLONASS satelliet, die zich in slot 15 bevond,
terruggetrokken uit de constellatie en vervangen dooreen andere satelliet. Deze
satelliet is op 26 april 1999 operationeel verklaard. In figuur 3 is de
beschikbaarheid van data van deze satelliet weergegeven voor de stations DLFT,
ZIMZ en VSLD. Zoals blijkt uit tabel 1 gebruikt elk van deze stations een ander
type ontvanger: JPS, Ashtech en 3S Navigation. De 3S Navigation ontvanger
begon data van de satelliet te verzamelen vanaf het moment dat hij operationeel
werd verklaard. De reden dat het aantal verzamelde waarnemingen ongeveer
1 0-20% kleiner is dan op grond van de satellietconfiguratie boven station VSLD
kon worden verwacht, komt doordat deze ontvanger maar een beperkt aantal
kanalen heeft en daardoor regelmatig van waargenomen configuratie wisselt.
120