Verschillende bepalingsmethoden, verschillende uitkomsten Lustrumboek ''The 5th Element" In dit hoofdstuk zal worden uitgelegd op welke wijze het gebruik van GIS in geluidseffectstudies kan leiden tot een klinkende combinatie van GIS en geluid. Eerst zal een voorbeeld worden gegeven van hoe de kwaliteit van de resultaten van geluidseffectstudies kan afhangen van de gebruikte GIS-methoden en geo- gegevens. Om aan te geven wat de invloed kan zijn van de bepalingsmethode op het resultaat van de effectstudie volgt hier een voorbeeld van een project waaraan de auteurs van dit hoofdstuk hebben meegewerkt. Het betreft de MER-studie naar de Al 2 en de hoge snelheidstrein naar Frankfurt (De "HSL-oost"). Aanvankelijk zouden bij deze studie het aantal geluidsbelaste woningen en het aantal geluidsgehinderden worden bepaald door overlay van de geluidscontouren en gebieden met woning- en inwoneraantallen op basis van zescijferige postcodegebieden. Dit is een gebruikelijke methode bij MER-studies. Bij deze studie worden geluidsklassen gebruikt met een klassenbreedte van 5 dB(A). Deze klassen worden begrensd door contouren die vlak bij de bron dichter bij elkaar liggen dan verder van de bron, omdat de geluidsbelasting met het logaritme van de afstand tot de bron afneemt. Een enkel postcodegebied in de omgeving van het spoor wordt daarom dooreen aantal opeenvolgende contouren doorsneden. Er kan in dat geval onmogelijk exact worden bepaald hoeveel woningen in een bepaalde geluidsklasse vallen. Bovendien overlappen de postcodegebieden de spoorzone. Op het spoor worden woningen "geteld" die daar natuurlijk niet staan. De onderzoekers en opdrachtgevers vonden deze methode te grof en besloten om in het veld alle woningen dicht bij het spoor te inventariseren en vast te leggen in een digitaal bestand. Het betreft de eerste lijnsbebouwing in de woonkernen en de woningen op 1 50 meter aan weerszijden van de bronnen in het buitengebied. In totaal gaat het bij de HSL-oost studie om ongeveer 4.000 woningen. De nauwkeurigheid van de analyse is verhoogd door uit te gaan van de exacte locaties van de woningen (zie figuur 1) en buiten het geïnventariseerde gebied de genoemde postcodegebieden te gebruiken. Zonder deze inspanning zou het aantal woningen dat nu een geluidsbelasting van meer dan 70 dB(A) ondervindt 40% te hoog zijn ingeschat. Voor de (fictieve) toekomstige situatie zonder de hoge snelheidstrein zou de fout zelfs 250% zijn geweest. Number of people: 5 Remarks: NONE 82.096 10£ 170.532 10C 85 '.Ie' Figuur 1: Bepaling van het aantal geluidsbelaste woningen door combinatie van de geluidscontouren en de nabijgelegen woningen 130

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 2000 | | pagina 141