2 Inleiding Lustrumboek 'The 5th Element" Opdrachtgever Het afstudeeronderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Instituut voor Evolutionaire en Ecologische Wetenschappen (EEW) van de Universiteit Leiden. Dit instituut houdt zich onder meer bezig met het toetsen van theorieën over het tijdstip en de wijze van ontstaan van onder andere vogelsoorten. De sectie die zich binnen dit instituut bezig houdt met vorm-functie relaties2 is de sectie Dynamische Morfologie. Binnen deze groep ligt de nadruk op de analyse van verandering van deze vorm-functie relaties en dan voornamelijk bij vogels en vissen. Een van de projecten binnen deze sectie heeft als doel te achterhalen wanneer bepaalde vogelsoorten zijn ontstaan. Uit de dynamiek en opbouw van vogelschedels is dit mogelijk af te leiden. EEW zoekt daarom naar een methode waarmee de driedimensionale bewegingen van botstukken van intacte vogelschedels vastgelegd kunnen worden. Als meetwerktuig voor het vastleggen van deze bewegingen wordt (röntgen)fotogrammetrie overwogen. Fotogrammetrische achtergrond opdracht Röntgenfotogrammetrie is tot op heden zeer sporadisch en dan voornamelijk in de Verenigde Staten toegepast. Bij het meten in röntgenfoto's moet het volgende in aanmerking genomen worden: Röntgenfoto's vertonen gradiëntvervaging als gevolg van de eindige grootte van de röntgenbron (de randen van objecten worden minder scherp weergegeven, het penumbra-effect, zie paragraaf 3). De haalbare nauwkeurigheid zal naar alle waarschijnlijkheid hierdoor beïnvloed worden. Daarnaast geeft de stralingsbron bij het maken van röntgenfoto's een erg smalle stralenbundel, waardoor niet zeker is of de uitwendige oriëntering bepaald kan worden. Hoofdvragen De vraag naar de vaststelling van de beweging van botstukken en gewrichten van vogelschedels door EEW heeft samen met het feit dat röntgenfotogrammetrie slechts sporadisch is toegepast tot de volgende hoofdvragen van dit onderzoek geleid: I. Hoe en met welke nauwkeurigheid is het mogelijk om uit röntgenfoto's 3D- coördinaten te bepalen van gemarkeerde punten op een vogelschedel, bij twee standen van de snavel IIA. Is het daarbij mogelijk om de schedeldeformaties, ontstaan door het openen van de snavel, met een nauwkeurigheid van 0.4 millimeter te bepalen IIB. Is het daarbij mogelijk om de schedeldeformaties, ontstaan door het openen van de snavel, met een relatieve nauwkeurigheid van 25% te bepalen Randvoorwaarden: De toegepaste meetmethode is röntgenfotogrammetrie. De fotogrammetrische verwerking geschiedt met behulp van door de Faculteit der Geodesie beschikbaar gestelde programmatuur en apparatuur. 2 Vorm-functie relaties zijn relaties tussen de vorm van onderdelen van bijvoorbeeld vogels en vissen en de functie van deze onderdelen. 140

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 2000 | | pagina 151